Binnen met wiet kweken beginnen #7: voeding & pH-waarde
In dit voorlaatste deel uit onze kweekcursus behandelen we plantenvoeding. Welke voeding is er voor wietplanten, en hoe zit het met de pH-waarde?
Nadat je met succes wietzaden hebt ontkiemd moet je er voor zorgen dat de jonge babyplantjes de eerste weken goed doorkomen. Het is goed om ze een beetje bescherming te bieden maar ook weer niet te veel. Zaailingen moeten namelijk ook aan de elementen wennen want daar worden ze sterk van!
Tijdens het ontkiemen splijt een wietzaadje bij het puntje open. Vervolgens verschijnt er een wit worteltje dat uitgroeit tot een soort staartje. Dit is de allereerste en belangrijkste wortel van het jonge wietplantje, en noemen we de penwortel. Als je direct in de aarde ontkiemt, zal dit worteltje door de zwaartekracht vanzelf de grond in groeien. Je moet je ontkiemde wietzaadjes dus ook met het worteltje naar beneden in de grond planten. Dat klinkt misschien logisch maar beginnende kwekers gaan hier weleens de mist mee in.
Denkend dat het staartje de plant is, stoppen ze het zaadje in de grond met het worteltje omhoog gericht. Het worteltje kan dan geen vocht opnemen en het plantje moet kostbare energie verbruiken om het worteltje weer naar beneden te laten groeien. Als het zaadje dit overleeft maakt het op zijn minst een slechte start.
Naarmate het worteltje zich verder in de grond boort, splijt het zaadje verder open en groeit het omhoog. Uit het zaadje komen dan de lob blaadjes. Dit zijn de allereerste blaadjes van je wietplant, ze zijn rond en hebben geen gekartelde rand zoals de bekende wietbladeren. De lob blaadjes zijn de eerste voedingsfabriekjes van het plantje en zetten het licht om in chlorofyl waarmee het plantje zich verder kan ontwikkelen.
Er zijn tal van bedreigingen waartegen je zaailingen moet beschermen voordat ze sterk genoeg zijn om op eigen kracht verder te kunnen groeien, en zeker buiten! Denk daarom goed na over een geschikte plaats om de zaailingen te zetten die voldoende bescherming biedt.
Een halve plastic fles kan een zaailing buiten beschermen tegen kou, insecten, slakken en knaagdieren. Maak een paar gaatjes in de zijkant van de fles voor de nodige frisse lucht.
Maar hoewel zaailingen bijzonder goed tegen de kou kunnen, moet je weten dat nachtvorst een zaailing toch kan doen bevriezen, en daarmee een vroegtijdig einde kan maken aan het leven van je wietplant. De plastic fles beschermt wel tegen de kou, maar als je weet dat er nachtvorst op komst is kun je zaailingen toch beter naar binnen halen.
De plastic fles beschermt je zaailing goed maar te veel bescherming is ook weer niet goed. Verwijder de fles daarom zoveel mogelijk, als het weer het toelaat. Niet alleen is het licht krachtiger als dat direct op de blaadjes van je jonge wietplantje schijnt maar een beetje wind zorgt er ook voor dat je plantje sterker en steviger wordt. Telkens als de wind het steeltje in beweging zet, wordt het dikker om deze wind te trotseren.
Naast voldoende vocht en een beetje wind, heeft een zaailing ook genoeg (zon)licht nodig. Hang je lamp dus niet te hoog als je zaailing nog binnen onder kunstlicht staat, en zorg voor een lamp die voldoende krachtig is. Als de jonge babyplant namelijk te weinig licht krijgt zal ze gaan strekken in de hoop op meer licht. Dit kost de tere plant veel energie en als ze te veel gestrekt is loopt ze de kans om om te vallen. Een stammetje dat omvalt kan gaan rotten op de natte aarde.
Als je buiten ontkiemt heb je het licht niet in de hand en zul je een strekkende zaailing dus moeten ondersteunen zodat ze niet omvalt. Dit gaat gemakkelijk met een stuk koperen elektriciteitsdraad, buig een oogje aan de ene kant en steek het jonge plantje er doorheen. De andere kant steek je in de aarde. Met een beetje ondersteuning kunnen strekkende zaailingen uitgroeien tot metershoge monsterplanten dus koester die lange slungels.