Kweek je mediwiet ook een keer op kokos!
Kokos is een geweldig medium om wietplanten in te kweken. Het lijkt op aarde maar als je het op de juiste manier gebruikt, geeft het hydro resultaten!
Of je nou met veel wietplanten een kweekruimte vult of dat slechts met één of twee grote planten doet, het doel blijft hetzelfde: veel grote medicinale wiettoppen op gelijke hoogte naast elkaar. Zo krijgen alle toppen namelijk de maximale hoeveelheid licht, en oogst je het meeste.
Of je nou voor medicinaal of recreatief gebruik wiet kweekt, iedere thuiskweker hoopt het maximale uit zijn kweektent te halen. Dat gaat het beste met een goed gevuld bladerdek, omdat alle toppen dan vol in het licht groeien. Iedere kweeklamp heeft namelijk een zogenaamde sweet spot. Dit is de afstand tot de lamp waarop het licht maximaal efficiënt is. De sweet spot ligt zo dicht mogelijk bij de lamp, zonder dat het te heet wordt, of het licht te fel wordt voor de planten.
Je kunt je wel voorstellen dat een niet-getrainde wietplant met haar kerstboomvorm, nooit optimaal van deze sweet spot profiteert. Ook al hangt de kweeklamp op de sweet spot afstand boven de wietplant, dan nog is het alleen de hoofdtop die ervan profiteert. Door een horizontale en liefst volle toppenzee te kweken, zorg je ervoor dat niet alleen de hoofdtop, maar álle toppen van de sweet spot profiteren. Zo oogst je uiteindelijk veel en veel meer wiet.
Wanneer je het meeste uit een kweekruimte wil halen, draait het dus allemaal om het bladerdek. Dat moet zo egaal mogelijk zijn, en zoveel mogelijk toppen op gelijke hoogte hebben. De makkelijkste en snelste manier om zo’n egaal bladerdek te kweken, is door gebruik te maken van veel planten zoals op de illustratie rechts hierboven. Dit noem je een zogenaamde Sea Of Green, of kortweg SOG.
Een manier om een egaal bladerdek te kweken met slechts één of in ieder geval een klein aantal planten, is door de plant(en) langs een horizontaal rek te laten groeien. Het Engelse woord voor rek is screen, vandaar dat deze kweekstijl een SCReen Of Green, of kortweg SCROG genoemd wordt. Het duurt natuurlijk wel langer voordat een plant op deze manier de juiste vorm en het juiste formaat heeft. Ook komt er veel meer training kijken bij het kweken in SCROG.
Maar of je nou een SOG of een SCROG kweekt, het resultaat is – als je het goed doet – altijd hetzelfde, namelijk een mooie volle oppervlakte met toppen. Van bovenaf gezien ziet een SCROG er nagenoeg exact hetzelfde uit als een SOG, en dat is een prachtig gezicht.
De makkelijkste manier om een groot of klein kweekoppervlak te vullen met toppen, is dus door gebruik te maken van veel planten per vierkante meter. Maar ook een zogenaamde sea of green vraagt om de nodige plantentraining. Anders dan bij een screen of green bestaat deze training eigenlijk alleen uit snoeien en hoef je de takken niet langs een horizontaal rek te laten groeien.
Het is bij een sea of green wel belangrijk dat je de juiste takken op het juiste moment, en op de juiste plaats snoeit. Daarin schuilt het geheim van een volle toppenzee van een sea of green. Aan de bovenkant dien je de planten één keer te toppen, terwijl je de takken die onderaan de planten groeien en het bladerdek daarom niet zullen bereiken, tegelijkertijd wegsnoeit. Wat je overhoudt zijn planten met 4 tot 6 toppen per stuk die allen op gelijke hoogte in de sweet spot van je kweeklamp groeien.
Natuurlijk kun je ervoor kiezen om meer dan één keer te toppen. Je planten zullen dan groter worden en meer hoofdtoppen krijgen, maar het duurt dan ook langer om het kweekoppervlak te vullen, en er passen door het grotere formaat minder planten per vierkante meter.
Voordat we uitleggen hoe je een wietplant op de juiste manier, plaats en tijd topt en dieft, leggen we eerst de screen of green methode in vogelvlucht uit. Het toppen en het dieven van de planten gaat bij beiden methodes namelijk op dezelfde manier. Voor een screen of green dien je je planten alleen wel vaker te toppen en intensiever onderaan het bladerdek te dieven, maar de techniek is in principe hetzelfde.
Om een mooie volle SCROG te kweken, moet je voor een mooie basisvorm van je plant(en) zorgen. Dit doe je door je wietplant eerst twee keer aan de bovenkant te toppen. Wederom; ook hierbij kun je ervoor kiezen om je plant vaker te toppen, maar wanneer je een wietplant twee keer terugsnoeit hou je een mooie struik over met liefst 16 takken om langs je scrogrek te laten groeien.
Wanneer je wietplant een mooie basisvorm heeft, is het tijd om een scrogrek te plaatsen. Je kunt zelf een scrogrek maken door met vier latten of PVC buizen een vierkant (of rechthoekig, afhankelijk van je kweekruimte) frame te maken, en daarin met draad (bv. waslijn) een raster te weven. Zorg dat de mazen van het raster ongeveer vijf bij vijf centimeter zijn.
Gemakkelijker is het om gebruik te maken van een stuk tuingaas uit het tuincentrum. Je kunt het rek aan de zijkanten van je kweekruimte bevestigen of aan stokken die je in de aarde prikt.
Of je nou gaat scroggen of soggen, het begint altijd met het snoeien van je planten in het eerste stadium van de groeifase. Om preciezer te zijn wanneer je plant vijf nodes (vertakkingen) heeft aangemaakt. Knip niet alleen het aller bovenste groeipunt weg, maar snoei je plant terug naar de derde of de vierde node. Hierin schuilt zich het geheim van een goede sea of green, als je alleen de bovenste groeipunt weghaalt hou je dunne takken over en komen de onderste groeischeuten niet goed op gelijke hoogte met de hoogste takken.
Op hetzelfde moment, tegelijk met het terugsnoeien aan de bovenkant, haal je de twee onderste zijtakken dicht bij de hoofdstam weg. Deze takken zullen het bladerdek niet bereiken, en slurpen onnodig energie die je plant beter kan besteden aan de ontwikkeling van toppen die wel in het licht groeien.
Voor wat betreft een sea of green zit het werk er nu grotendeels op. Laat je plant nog een paar dagen tot een week groeien, en schakel over naar de bloeifase (12/12). Eventueel kun je rond de tweede week daarna nog eens kijken of er onderaan de plant takken groeien die het bladerdek niet gehaald hebben, en deze wegsnoeien. Maar iedere plant heeft nu als het goed is tussen de 4 en 6 toppen die allemaal op gelijke hoogte in de sweet spot kunnen afbloeien.
Indien je van plan bent om de wietplant in kwestie te scroggen, kun je haar het beste nog eens terugsnoeien. Laat de plant na de eerste keer terugsnoeien verder groeien onder een 18/6 lichtregime tot de 4 tot 6 overgebleven takken op hun beurt vier nodes hebben aangemaakt voor je verder snoeit. Vervolgens snoei je iedere tak wederom terug naar de tweede node. Wat je overhoudt is een wietplant met 4 x 4 = 16 toppen die perfect is om te scroggen.
Nu je een goede basisplant met ongeveer 16 toppen hebt, kun je haar gaan scroggen. Buig de takken voorzichtig open en verdeel de takken mooi over de oppervlakte. Je kunt ervoor kiezen om de plant nog langer te laten groeien om zo een nóg grotere oppervlakte te vullen, maar je kunt haar ook een dag of twee na de laatste keer toppen op het 12/12 lichtregime zetten om aan de bloei te beginnen.
Als je de takken mooi open hebt gebogen zodat ze bijna horizontaal groeien en goed gelijkmatig hebt verdeeld, plaats je het scrogrek zo dat de takken er net tegenaan komen. Bind de takken voorzichtig vast aan het rek. Dit gaat gemakkelijk met tie-wraps maar zet ze losjes vast, de tie-wraps mogen de sapstroom van de plant niet afknellen.
Zolang de wietplant nog groeit, blijf je de uiteinden van alle takken steeds opnieuw aan het scrogrek vastbinden. Blijf goed opletten waar je ze heen laat groeien, en probeer je kweekoppervlak zo goed mogelijk te vullen. De zijtakken van de 16 takken zullen uitlopen en omhoog groeien, iedere uitloper zal uiteindelijk een top vormen. Na een week of drie in de bloeifase zal de plant stoppen met groeien en kun je ook stoppen met het vastbinden van de takken.
Onder het bladerdek/scrogrek zal door de dichtheid bijna geen licht meer schijnen, dus snoei alle uitlopers die hier groeien weg. Deze zullen je niets dan knipwerk opleveren en slurpen kostbare energie van je potentiële oogst.