(advertenties)
(advertentie)

Vrijwel direct na het ontkiemen van wietzaden, begint de uitdaging om het zaailingstadium zo snel mogelijk te ontgroeien. Een zaailing is namelijk nog erg teer en heeft in het begin slechts twee lobblaadjes tot haar beschikking. Zo komt je wietplant deze kritieke eerste fase snel en goed door.

Medicinale kweekplannen stranden soms al in de eerste week na het ontkiemen van de zaden. Soms krijgen ze te weinig licht, of te veel water. Wat ook vaak gebeurt, is dat zaailingen te lang tussen nat keukenpapier of in kleine stekpluggen gehouden worden. Kwekers stoppen hun zaailingen ook vaak in kleine minikasjes (propagators) waar de luchtvochtigheid te hoog kan oplopen. Kortom, er kan nogal wat mis gaan in die eerste weken. Dus hoe eerder je zaailing een gezonde wietplant is, hoe beter.

Zo ziet een gezonde zaailing eruit: kort en stevig. Foto: HighGradeSnaps, Shutterstock

Bekende problemen met zaailingen

In het voorjaar laten vele mensen zoals ieder jaar weer wietzaden ontkiemen voor een leven in de buitenlucht. Helaas gaat het soms al meteen mis, omdat zaailingen nu eenmaal erg tere kleine plantjes zijn. Het is dus zorg om die eerste periode zo snel mogelijk en goed door te komen. Want het zaailingstadium eenmaal ontgroeit, kan een wietplant al veel meer hebben. Dit zijn de meest bekende oorzaken van een wiegendood bij wietplanten.

  • Te veel of te weinig licht: een zaailing die te weinig licht krijgt, zal onnodig gaan strekken. Houdt het gebrek aan licht te lang aan dan valt ze uiteindelijk om en sterft ze een voortijdige dood. Te veel licht komt ook voor, de jonge blaadjes kunnen dan gaan kreukelen of zelfs verbranden en de aarde droogt snel uit door de hitte.
  • Te veel water: zaailingen zijn in het begin niet veel groter dan een paar centimeter, dus je kunt wel nagaan dat ze de eerste dagen ook maar hele kleine beetjes water drinken. Te veel water stopt de groei en verstikt het eerste tere worteltje. Blaadjes gaan hangen, worden geel en gaan dood.
  • Te hoge luchtvochtigheid: vaak zetten kwekers zaailingen de eerste dagen in een propagator (stekkas) voor een hoge luchtvochtigheid. Prima, maar haal het deksel er vanaf zodra het zaadje een zaailing geworden is. Ze heeft nu een wortel waar ze vocht uit de aarde mee kan opnemen en heeft dus geen hoge luchtvochtigheid meer nodig. Stekken hebben wel een hoge luchtvochtigheid nodig want die hebben in het begin nog geen eigen wortels, maar bij zaailingen zorgt de hoge luchtvochtigheid eerder voor problemen.
  • Te lang zonder aarde: veel kwekers ontkiemen hun zaailingen tussen watten, keukenpapier, in heel kleine zaaiplugjes of gewoon in een glas water. Dit werkt allemaal prima, maar zaai je zaden meteen zodra het worteltje zich laat zien. In het zaadje zit een minimale voorraad voeding die alleen bedoeld is zodat het eerste worteltje uitkomt en meteen water en mineralen uit de grond kan opnemen. Hoe langer je wacht, hoe meer energie je zaadje verspilt aan het nutteloos laten groeien van het worteltje dat in feite op zoek is naar voeding uit de grond.
  • Te veel voeding: overijverige kwekers geven hun zaailingen meteen voeding, maar doen hiermee meer slechts dan goeds. Een klein beetje wortelstimulator in het eerste kiemwater zorgt voor een goede wortelontwikkeling maar laat het daarbij. Tenzij je plantje in steenwol of een ander inert medium groeit heeft ze geen voeding nodig. Een klein potje met potgrond bevat meer dan genoeg voeding voor een zaailing.
  • Te heet: Dit komt vaker voor bij binnenkwekers die hun HPS of metaal halide lampen te laag hangen. Bladeren vouwen dicht of krullen omhoog, krijgen vlekken of verbranden door een te hoge temperatuur.
  • Te koud: let er in het voorjaar op dat het niet te koud wordt voor je zaailing. Vooral wanneer je een kiemplantje snel buiten zet is het opletten geblazen voor koude dagen en nachten. Onder de 15 graden zal de groei stagneren. De zaailing neemt dan geen water meer op waardoor schimmelproblemen ook de kop op kunnen steken.
  • Geen wind: net als grote wietplanten hebben zaailingen ook wat wind nodig maar niet veel. Een licht briesje van bijvoorbeeld een computerfan zorgt ervoor dat stammen lekker stevig en dik worden.

Licht

Licht is erg belangrijk voor zaailingen. Ze hebben nog maar twee piepkleine blaadjes om licht mee om te zetten in energie voor de aanmaak van meer bladeren, dus geef die twee blaadjes wat ze willen. Een HPS kweeklamp is vaak wat te veel van het goede maar een LED-kweeklamp op de groeistand of wat spaarlampen/TL-lampen/T5-lampen in de koele blauwe kleurtemperatuur zijn perfect.

Start met belichten zodra je zaadje boven de grond is! Spaarlampen of TL balken hang je een centimeter of acht tot vijftien boven je zaailingen. De fabrikant van je LED kweeklamp kan je vertellen wat de ideale hoogte voor zaailingen is.

Als je merkt dat je zaailing teveel strekt, zorg dan voor meer licht. Foto: Algirdas Gelazius, Shutterstock

Merk je dat je zaailing strekt, hang je lamp dan nog wat lager. Als bladeren verbranden of opkrullen dan mag de lichtbron wellicht wat hoger. Als je zaailing erg lang is, maar nog wel gezond, graaf haar bij het verpotten dan wat dieper in. Het deel van het steeltje dat nu onder de grond groeit zal snel in een wortel veranderen.

Water

Water geven blijkt ook vaak nog lastig in het zaailingstadium. In het begin heeft de zaailing zelf nog maar een volume van een paar milliliters. Ze groeit maar een klein stukje per dag, dus zal ook amper water opnemen. Eigenlijk is het vochtgehalte van aarde zoals je die in een zak bij de winkel koopt al genoeg voor je zaailing. Laat haar zelf maar op zoek gaan naar water, dan krijg je snel een mooi wortelstelsel. Als de groei stagneert, de blaadjes vergelen en naar beneden hangen, geef je negen van de tien keer te veel water.

Waar het dikwijls mis gaat is bij kwekers die hun zaailingen direct na het ontkiemen in een grote pot zetten. Hierin is het moeilijk water managen omdat de pot met aarde veel te veel water opneemt voor de zaailing. Gebruik daarom liever een klein potje (ongeveer 250 cc/milliliter) voor de eerste twee weken. Verpot je zaailing pas als die een gezond wortelstelsel heeft, ook als je autoflowers kweekt!

Te veel water zorgt voor naar beneden krullende en vergeelde blaadjes. Gebruik een klein potje en bewater pas wanneer de bovenste laag aarde is uitgedroogd.

Temperatuur en luchtvochtigheid

Kamertemperatuur is prima voor zaailingen en wietplanten. Als het kwik onder de 15 graden Celsius daalt, stopt de groei en als het tot boven de 29 graden stijgt kan je zaailing verbranden. Het kleine worteltje kan het vocht dat via de bladeren verdampt dan niet snel genoeg aanvullen waardoor je zaailing kan verdorren. Probeer de temperatuur tussen de 20 en 27 graden te houden en laat het ’s nachts niet kouder worden dan 15 graden.

Zoals gezegd hebben zaailingen geen overdreven hoge luchtvochtigheid nodig. In het groeistadium van een wietplant mag de luchtvochtigheid wel wat hoger zijn dan in de bloeifase, maar er is niets mis met een beetje verdamping via de bladeren. Dit zorgt namelijk voor voldoende aanzuiging van water en voeding van onderaf. Als je een hygrometer hebt kun je de luchtvochtigheid controleren. Voor zaailingen en groeiende wietplanten ligt de ideale luchtvochtigheid tussen de 40 en 70%. Stekken hebben in het begin zogezegd wél een hoge luchtvochtigheid nodig omdat zij nog geen wortels hebben, die hebben het graag tussen de 70 en 80%. Bloeiende wietplanten doen het juist beter bij een lage luchtvochtigheid, als het even kan onder de 40%.

Gezonde ontwikkeling

Tot slot tonen we je de ontwikkeling van de eerste vier weken van een gezonde zaailing om je eigen kiemplantje mee te vergelijken. Het kan zijn dat jouw zaailing iets langzamer ontwikkelt door andere omstandigheden. Het belangrijkste is dat je geen hangende, gele of zelfs verbrande blaadjes ziet en dat je zaailing mooi stevig is en liefst een beetje kort blijft. Dan ben je lekker bezig!

Succes met je zaailingen!

[Openingsfoto: Roxana Gonzalez, Shutterstock]