Vijf kweekfactoren voor gezonde wietplanten en een goede oogst
Regel de vijf belangrijkste kweekfactoren goed, en creëer de perfecte omstandigheden voor cannabisplanten. Gewoon, in een kweekkast thuis.
Omdat we deze cursus vooral ook bedoelen voor starters en nog niet zulke ervaren wietkwekers schotelen we je een methode voor die gegarandeerd lukt, 100% fool-proof dus ;-). Met dank aan zustersite RollingStoned-kweker Bio Bertje, is dit de zogenaamde Serious Seeds-methode:
Neem een vel van je keukenrol, maak die nat onder de kraan, en laat het teveel aan water even uitlekken. Kraanwater is goed, maar als je bang bent voor schimmels of bacteriën kun je ook kiezen voor een mengsel van 1 deel 3% waterstofperoxide (drogist) en 5 delen gedistilleerd water. Dit zal alle aanwezige schimmels en bacteriën dood maken.Verdeel je zaden over de helft van het natte vel keukenpapier en vouw het papier dubbel zodat je zaden tussen twee lagen nat keukenpapier zitten.
Stop het dubbelgevouwen vel keukenpapier met de zaden ertussen in een plastic gripzakje zodat het papier nat blijft. Hang het zakje in het donker op, bijvoorbeeld aan de binnenkant van een kast. Een deel van het water druipt uit het keukenpapier en verzamelt zich onderin het gripzakje. Als je het om de dag even horizontaal neerlegt trekt dat water weer in het papier waardoor het nat genoeg blijft.
Kijk elke dag even of je zaden al wortels hebben. Als je zaden wortels hebben van ongeveer 1 tot 3 centimeter lang, kun je ze overzetten in je medium. Doordat het gripzakje steeds verticaal hangt, groeien de wortels netjes en recht naar beneden, in welke positie de zaden ook lagen.
Met een theelepeltje kun je de zaden voorzichtig oppakken zonder ze te beschadigen. Vul een potje met je medium (aarde of kokos etc.) naar keuze en maak het vochtig. Maak een kuiltje in de grond wat iets groter is dan je zaadje en leg het zaadje op de rand hiervan met het worteltje naar beneden, in het kuiltje. Let op dat je het zaadje zelf niet begraaft! Vul het kuiltje nu voorzichtig met wat van het medium. Na het overzetten moet het zaadje zelf, voor de helft in de grond zitten. Duw de aarde rondom het zaadje even in, zodat het zaadje op een bergje ligt. Als je nu water geeft in de lager gelegen aarde rond het zaadje, wordt het zaadje niet nat, terwijl de wortel wel bij het water kan.
Plaats een doorzichtig plastic zakje of de afgeknipte plastic bodem van een frisdrankfles over je kleine kiempje om de luchtvochtigheid de eerste dagen hoog genoeg te houden. Zorg ook voor voldoende licht, anders zal je kiemplantje teveel gaan strekken. Het plastic kan van het kiemplantje weggehaald worden als je de eerste twee gekartelde blaadjes ziet. Wacht nog eventjes met buiten zetten tot je miniplantje wat meer blaadjes heeft.
Direct na het ontkiemen van een wietzaadje begint het peuterplantje met het opbouwen van de structuur van de plant. Eerst komen de lob-blaadjes uit het zaadje, dan het eerste setje 1-vingerige gekartelde blaadjes, het tweede setje blaadjes, de eerste zijscheuten, enzovoort. Het maakt niet uit welke wietsoort je kweekt, deze opbouw gaat in het begin altijd min of meer volgens hetzelfde bouwplan.
Zodra de eerste groene blaadjes uit het zaadje komen, beginnen ze meteen met het absorberen van licht voor de fotosynthese. Dit is de motor van je plant, hij loopt voornamelijk op licht. Maar ook op water, meststoffen en CO2. Het is daarom dus belangrijk dat je een ontkiemd zaadje niet te lang tussen natte watjes laat zitten, maar in de grond stopt en van licht voorziet.
Na een week of drie zou een opgroeiende wietplant vijf tot zes nodes moeten hebben, uit de nodes groeien de zijtakken en de bladeren. De zijtakken beginnen zich nu ook te ontwikkelen.
Wees geduldig in die eerste groeiweken en ga niet te veel aan je plantje friemelen. Geef haar ook zeker niet te veel water en zeker geen voeding. Zorg er daarna voor dat wietplanten in de groeifase een stikstofrijke meststoffen krijgen. Organische mest zoals vleermuizenmest of beendermeel bevatten veel stikstof en kun je prima gebruiken in de groeifase van een wietplant. Je kunt natuurlijk ook een kant-en-klare groeivoeding gebruiken. Kijk uit dat je ze niet teveel geeft.
Als het op binnen kweken aankomt is de lichtbron waarschijnlijk de belangrijkste factor van je kweekruimte. In de groeifase krijgen de planten vaak 18 tot soms wel 24 uur licht per etmaal. Voor hobbykweken zijn 3 soorten lampen veelgebruikt. Wij zetten ze even kort op een rij, want er is al eerder uitgebreid over geschreven op onze zustersite.
Maak gebruik van de groeifase want juist in deze fase kun je de plant helemaal vormen zoals jij dat wil. Je kunt een lage brede plant vormen met veel toppen door te scroggen of te supercroppen, of je kunt er voor kiezen om alleen wat te toppen zodat je plant wat struikachtiger wordt.
Morgen in de Winterserie kweken: Bloeien en afrijpen