Cannabis microdoseren (+5 tips) tegen depressies
In kleine hoeveelheden kan cannabis een groot effect hebben op neerslachtige gevoelens of depressiviteit. Ontdek de voor- en nadelen en lees onze 5 tips over cannabis microdoseren.
De cannabisplant zit barstensvol medicinale en therapeutische bestanddelen. Naast de smaakstoffen (terpenen) en kleurstoffen (flavonoïden) die hun steentje bijdragen, zijn vooral de ruim 100 cannabinoïden in wiet verantwoordelijk voor die effecten. THCV is daar één van en wordt ook wel de ‘afslank-cannabinoïde’ genoemd.
Aan de naam kun je waarschijnlijk aflezen dat deze stof erg lijkt op de meest bekende cannabinoïde uit cannabis, tetrahydrocannabinol ofwel THC. THCV kun je dan ook zien als THC’s neefje. De chemische samenstelling is zo goed als gelijk, maar het proces waaruit ze voorkomen is verschillend.
In tegenstelling tot THC, cannabidiol (CBD) en cannabichromene (CBC), begint THCV niet als cannabigerol zuur (CBGA). Door in plaats van olivetolzuur, divarinolzuur te gebruiken (dat twee carbon moleculen minder telt) maakt geranyl fosfaat in plaats van CBGA, cannabigerovarin-zuur (CBGVA). Een ingewikkeld verhaal, maar essentieel om te begrijpen waarom THCV en THC verschillen terwijl ze zo gelijk zijn.
Vanaf dat punt is de productie van THCV hetzelfde als die van THC. De CBGVA wordt afgebroken tot THCVA door de THCV-synthese. Die stof kan vervolgens middels hitte of UV licht gedecarboxyleerd worden naar THCV. Dat is hetzelfde proces dat van THCA en CBDA, THC en CBD maakt.
Goed, tot zover de ingewikkelde materie. Tijd om te kijken naar de voordelen van THCV.
De relatie tussen THC en THCV wordt ook in de effecten van deze stoffen duidelijk. Ze werken namelijk op dezelfde receptoren maar doen dat op een andere manier. THCV is namelijk een antagonist van de CB1- en CB2-receptoren. Waar THC werkt door de CB-receptoren te activeren, blokkeert THCV deze juist.
Dit verschil uit zich vooral in het hongergevoel. De link tussen (endo-)cannabinoïden en honger is al langer bekend. Kankerpatiënten wordt immers THC aangeraden om de eetlust te stimuleren. THCV werkt juist tegenovergesteld. Dit bestanddeel wordt dan ook onderzocht om haar eetlust remmende en dus lichaamsgewicht-verlagende effecten. Er wordt bovendien gedacht dat THCV het beloningssysteem blokkeert, dat ons positief stimuleert bij het eten van (vaak ongezond) comfort-food. Bij diabetes type 2 kan THCV dus helpen door de bloedsuikerspiegel te verlagen.
THCV heeft daarnaast anti-convulsieve effecten. Dat betekent dat het epileptische aanvallen remt. Ook blijkt het goed te werken tegen Parkinson en wordt de veelbelovende werking van THCV tegen Alzheimer onderzocht.
Tetrahydrocannabivarin werkt op dezelfde receptoren als THC en produceert een zeer verschillende high. THCV is wel psychoactief, maar heeft een meer psychedelisch en helderdere uitwerking. Gebruikers menen een euforisch gevoel te ervaren door THCV. Het zorgt er in elk geval voor dat de effecten van THC sneller merkbaar zijn, maar bij hogere THCV gehaltes nemen de effecten van THC ook sneller af.
In een zoektocht naar wietsoorten met meer THCV, kan je het best richten op sativa-wietsoorten. Vooral Afrikaanse landrassen zoals Durban Poison en wat haze-soorten kunnen deze cannabinoïde bevatten. Sommige commerciële cannabisbedrijven (vooral in Amerika) zien het voordeel van hoge THCV soorten en brengen speciale wietsoorten op de markt.
De onderscheidende factor van deze wietsoorten is, je raadt het misschien al, het feit dat je er geen ‘vreetkick‘ van krijgt.