(advertenties)
(advertentie)
Op steeds meer plekken wordt cannabis (al dan niet voor medicinale doeleinden) gelegaliseerd. Daarmee groeit de zorg van beleidsmakers over intoxicatie door wiet in het verkeer. Nu blijkt uit onderzoek dat deze intoxicatie onmogelijk meetbaar is via het speeksel en de urine; en dat er daarom altijd een bloedproef voor nodig is.

Cannabis in het verkeer

De toegenomen acceptatie van (medicinale) cannabis en haar legalisatie op diverse plekken wereldwijd brengt voor velen nieuwe zorgen met zich mee. Zo groeit bij beleidsmakers vooral de bezorgdheid over de verkeersveiligheid. Dit wordt gebaseerd op de conclusie dat cannabis-intoxicatie de kans op verkeersongelukken verhoogd, door een verlaagde concentratie en reactiesnelheid; en een verstoord beoordelingsvermogen bij gebruikers.

Claims die eerder wetenschappelijk al werden ontkracht, gezien het legaliseren van cannabis niet blijkt te leiden tot meer verkeersdoden. Sterker nog, de legalisering van wiet leidt op sommige plekken zelfs tot een verminderd aantal jonge verkeersdoden.

De toenemende populariteit van cannabis maakt beleidsmakers bezorgd over de verkeersveiligheid. [Foto: shutterstock/271 EAK MOTO]

Regulering

Diverse landen over de hele wereld, waaronder Nederland, implementeren desalniettemin uiteenlopend beleid, dat het deelnemen aan het verkeer onder invloed van cannabis reguleert. Australië hanteert bijvoorbeeld een nultolerantie en accepteert geen enkele meetbare hoeveelheid THC. Delta-9-tetrahydrocannabinol (THC) is de meest bekende stof uit cannabis en verantwoordelijk voor haar psychoactieve effect.

In Zwitserland zijn ze minder streng op deze actieve stof uit wiet, daar wordt een maximaal limiet van 2,2 ng/ml THC geaccepteerd. In de VS hebben verschillende staten limieten vastgesteld tussen de 0 en 5ng/ml. In Nederland is het limiet vastgesteld op een maximum van 3ng/ml bloed. Helaas pikken deze tests niet alleen recreatief gebruikers eruit, maar zijn vooral medicinaal gebruikers van de dupe. Vooral gezien de enorm lage detectiegrens van THC in de Nederlandse speekseltest, die bovendien ook positief uitslaat bij niet-psychoactieve werkzame stoffen uit wiet (cannabinoïden).

Naast dat de speekseltest van de Nederlandse politie positief test bij extreem lage hoeveelheden THC, reageert het ook positief op andere níet-psychoactieve cannabinoïden.

 

Overheden die een nul-tolerantiebeleid hanteren gaan ervan uit dat het technisch onmogelijk is om  exacte THC-gehalten in het bloed te meten. Bovendien verschilt het per persoon hoe cannabinoïden – de werkzame stoffen uit wiet waaronder THC – door het lichaam worden verwerkt en afgebroken.

Argumenten voor een specifiek limiet boven de 0 zijn gebaseerd op de bevinding dat THC (en andere cannabis-metabolieten/afbraakproducten) tot een week lang meetbaar blijven; in elk geval tot lang nadat het psychoactieve effect voelbaar is. Beide kanten zijn het echter eens dat bloedtesten nodig blijven voor een adequaat beeld van de mogelijke intoxicatie.

THC testen bij mensen

Data uit een pas gepubliceerde studie van de universiteit van Marseille en de Service de Pharmacocinétique Toxicocinétique, biedt nieuw perspectief in dit debat. Een team wetenschappers onder leiding van Dr. Amélie Marsot onderzocht en omschreef gedetailleerd de farmacokinetische profielen (pad van opname en afbraak) van THC en haar afbraakproducten in speeksel, bloedplasma en urine binnen de eerste 72 uur na inname.

Voor dit onderzoek werden achttien mannelijke tabaksrokers tussen de 20 en 45 jaar gerekruteerd, die sporadisch cannabis gebruikten. Elke participant onderging twee experimenten: één met een tabakssigaret ter controle en één met een tabakssigaret met 500mg cannabis (20mg THC). Om verschillen in rooktechniek zoveel mogelijk te vermijden volgden deelnemers een gedigitaliseerde procedure onder medisch toezicht; met uitleg over hoe en wanneer ze moesten inhaleren.

De twee proeven werden gescheiden met een ‘uitwas’-periode van vier weken en willekeurig gesorteerd, zodat de deelnemers én de toezichthoudende wetenschapper beide niet wisten of er wel of geen wiet in de sigaret zat. Gedurende het experiment mochten de participanten verder geen cannabis gebruiken; alsmede de 28 dagen voorafgaande aan het onderzoek.

Uitslag: onbekend

In totaal is er per participant 16 keer bloed en speeksel afgenomen en werden er gedurende het onderzoek zes keer urinesamples van de deelnemers gevraagd. Deze monsters werden vervolgens geanalyseerd op al dan niet bevatten van THC, 11-OH-THC (het primaire psychoactieve afbraakproduct van THC) en THC-COOH (inactief afbraakproduct); met een minimaal detectie-niveau van 1ng/ml.

De analyse leverde zeer gevarieerde resultaten op over de opname, afbraak en afscheiding van deze metabolieten. Zo varieerden de maximaal gemeten THC-niveaus van 55,4 tot een daverende 120.000 ng/ml in het speeksel en 1,6 tot 160 ng/ml in bloedplasma; terwijl de twee afbraakproducten van THC 3 tot 10 keer mínder voorkwamen in het bloed.

Over het algemeen werd daarom ook geconcludeerd dat het THC-gehalte in het speeksel op geen enkele wijze indicatief is voor de hoeveelheid THC in het bloed. Ook urine-samples bieden geen indicatie voor de THC in het bloed. Onder de deelnemers varieerden bovendien parameters zoals de tijd tot de maximale concentratie werd bereikt en de laatst meetbare hoeveelheid THC in het lichaam. Hieruit concluderen we dat elk mens verschillend THC opneemt én afbreekt.

Bloedproef noodzakelijk

De auteurs van de studie merken op dat speeksel en urine-samples wel dienen als bewijs van recent cannabisgebruik, maar niet specificeren wát dit nu precies inhoudt. Oftewel, het is onmogelijk eruit te concluderen of iemand daadwerkelijk onder invloed is van cannabis.

Tijdens het onderzoek bereikte de helft van de participanten al twee uur na het gebruik van cannabis onmeetbare hoeveelheden THC in het bloed, tegenover minimaal 18 uur voor THC niet meer in het speeksel te zien was (maximaal 48 uur). Urinesamples testten langer positief en eerdere studies bewezen dat tot 18 dagen na een enkele joint, detecteerbare THC-gehalten in de urine terug te vinden kunnen zijn.

[Openingsfoto: shutterstock/Henrik Dolle]