Binnenkort start de politie met het drugstesten in het verkeer. Maar nu blijkt uit onderzoek dat het niet mogelijk is om vast te stellen bij hoeveel THC in het bloed, iemand niet meer geschikt is om te rijden. Daarbij blijkt uit dezelfde studie het gebruik van cannabis in het verkeer veel minder gevaarlijk dan alcohol.
Cannabis in het verkeer
Er is veel om te doen geweest, de speekseltests die de Nederlandse politie vanaf 1 juli mag uitvoeren om te bepalen of iemand drugs heeft gebruik. Veel medicinale cannabisgebruikers zijn bang de dupe te worden door deze maatregel. Maar zijn de tests überhaupt terecht? Onderzoek wijst namelijk uit dat onder invloed van cannabis achter het stuur zitten, veel minder gevaarlijk is dan onder de invloed van alcohol.
Simpel gezegd is het niet mogelijk om te zeggen bij hoeveel THC in het bloed, iemand niet meer geschikt is om veilig een voertuig te besturen
Minder risico
Het onderzoek uitgevoerd door de National Highway Traffic Safety Administration (NHTSA) bewijst in de eerste plaats dat cannabisgebruikers minder risico lopen op een verkeersongeluk vergeleken met alcoholgebruikers. Bovendien bleek na het filteren van leeftijd, geslacht, ras en alcoholgebruik, dat cannabisgebruikers zelfs minder snel een verkeersongeluk hebben dan ‘compleet nuchtere’ mensen.
Na het filteren van de verstorende factoren, blijkt alcohol achter het stuur het gevaarlijkst te zijn. [Foto: WashingtonPost]
Dezelfde studie keek ook naar de invloed op het rijvermogen van andere middelen zoals antidepressiva, pijnstillers, stimulanten en dergelijke. Bij het gebruik van die middelen bleek ook geen significante verhoging in het risico op verkeersongelukken. Alcoholgebruik zorgt daarentegen wél voor een flinke verhoging van het risico op incidenten op de weg. Al bij een blood alcohol concentration (BAC) van 0,05 vermenigvuldigd het risico maar liefst zeven keer.
THC in het bloed
Een van de belangrijkste bevindingen uit de studie is dat het meetbare THC-gehalte – de psychoactieve stof in cannabis – in het bloed, niet correleert met de ‘verslechtering van het rijvermogen’ net als alcohol. De NHTSA windt er absoluut geen doekjes om:
‘Op dit moment kunnen bepaalde concentraties van het middel níet betrouwbaar worden gelijkgesteld met een specifieke graad van de beperking van het rijvermogen’. Simpel gezegd is het niet mogelijk om te zeggen bij hoeveel THC in het bloed, iemand niet meer geschikt is om veilig een voertuig te besturen.
Het is vooralsnog onmogelijk om te bepalen bij hoeveel THC in het bloed, iemand ongeschikt is om te rijden. [Foto: shutterstock/Shidlovski]
Dit heeft te maken met de manier waarop cannabis zich in ons lichaam gedraagt. ‘De meeste psychoactieve middelen zijn zeer complexe chemische molecules, wiens absorptie, actie en eliminatie door het lichaam moeilijk te voorspellen zijn’, schrijven de onderzoeksauteurs.
‘Hoe deze processen zich voltrekken verschilt per persoon. Alcohol is bijvoorbeeld een stuk beter te voorspellen.’ Bovendien kan bij medicinale gebruikers, die soms meerdere keren per dag hun medicijn nemen, THC nog dagen of soms zelfs weken in het bloed te zien zijn. In elk geval lang nadat de psychoactieve effecten zijn weggetrokken.
Veilig?
Deze uitkomst betekent natuurlijk niet dat het áltijd veilig is om met cannabis op achter het stuur te stappen. Bij een hogere dosering of wanneer je last krijgt van duizelingen of andere ‘bijwerkingen’ zoals een stoned gevoel, kan het verstandig zijn niet aan het verkeer deel te nemen.
Op cannabis uit de apotheek is een gele sticker te vinden. Dit classificeert cannabis onder categorie II, wat wil zeggen dat patiënten er de eerste twee weken van gebruik niet mee dienen te rijden. Wanneer iemand na die twee weken echter gewend is aan het middel en haar effect, wordt de persoon weer in staat geacht te rijden. En hoewel de patiënt dan een tolerantie heeft opgebouwd voor het psychoactieve effect, zal er nog THC in het bloed te vinden zijn.
[Openingsfoto: shutterstock/Marek Bidzinski]