Zo krijgen jouw wietplanten dikkere stammen
Omdat een wietplant met een dikke stam meer en betere wiet oplevert, zijn hier 3 methodes plus 3 praktische tips voor dikkere stammen.
Niet alleen de natuur maar ook wietplanten kunnen een stikstofprobleem hebben. Ze kunnen er een tekort aan hebben, maar overschotten komen ook voor. De symptomen variëren van vergeelde bladeren, tot zwakke stammen en wietbladeren die op klauwen lijken.
Door het stikstofprobleem waarover je in de krant leest, zou je bijna vergeten dat planten stikstof juist hard nodig hebben. Dat niet alleen maar stikstof is zelfs een van de belangrijkste mineralen voor groene planten zoals cannabis.
Cannabisplanten hebben stikstof gedurende de hele levenscyclus nodig, maar gebruiken het meeste stikstof tijdens de groeifase. Krijgen ze er te weinig van, dan groeien ze niet goed en zullen de bladeren vrij snel vergelen. Te veel stikstof is echter ook niet goed. Des te belangrijker om de symptomen van stikstofproblemen bij wietplanten te herkennen.
Een tekort aan stikstof zul je bij wietplanten vooral in de groeifase tegenkomen. Dan gebruiken wietplanten namelijk het meeste van dit mineraal, dat ze dan hard nodig hebben om te groeien, en om chlorofyl (bladgroen) te maken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een tekort aan stikstof resulteert in vergeelde bladeren.
Het vergelen van de bladeren van een wietplant met een gebrek aan stikstof, zie je altijd het eerste aan de onderste bladeren. Dat komt omdat stikstof een van de zogeheten mobiele mineralen is. Dat zijn mineralen die binnen een wietplant verplaatst kunnen worden.
Bij een tekort zal de plant het aanwezige stikstof dan ook verplaatsen van de minder belangrijke delen naar de belangrijkste. En aangezien de groeipunten ook voor de voortplanting moeten zorgen, offert de plant de laag groeiende schutbladeren daar graag voor op. Zeker als je de vergeling van beneden naar boven ziet trekken, kun je ervan uitgaan dat een wietplant stikstof tekort komt.
Vergelende bladeren aan de onderkant van je wietplant duiden op een tekort aan stikstof. Dat hoeft echter niet te betekenen dat er geen stikstof in de aarde zit. Het kan namelijk ook een opnameprobleem zijn. In dat geval zit er dus wel voldoende stikstof in het medium maar kan de plant het niet opnemen. Meestal komt dat omdat de zuurtegraad (pH-waarde) rond de wortels niet goed is.
Controleer bij een stikstof-tekort daarom altijd eerst even de pH-waarde van je voedingswater. Die zou voor aarde rond de 6 tot 7 moeten zijn. Voor de zekerheid kun je ook de pH-waarde van de aarde zelf kunnen testen.
Om de pH-waarde van aarde te testen, meng je een eetlepel aarde in een glas pH-neutraal (pH-waarde = 7,0) water, en laat je het een half uurtje staan. Daarna kun je de zuurtegraad meten met pH-strips, een pH-testkit of een pH-meter.
Is de pH-waarde duidelijk te laag (onder 5,5) of te hoog (boven 7,0), probeer de pH-waarde dan te corrigeren middels het voedingswater. Zuur het aan met pH-min of maak het minder zuur met pH-plus (te koop in iedere groeiwinkel of growshop, of online te bestellen).
Blijkt de zuurtegraad wel goed (tussen 6 en 7), dan zit er waarschijnlijk wat te weinig stikstof in de grond. Gebruik in dat geval wat (meer) groeivoeding voor cannabisplanten om het tekort aan te vullen.
Biologische kwekers kunnen ook bloedmeel gebruiken, maar dan duurt het wel wat langer voor het opgenomen wordt, en je resultaat ziet.
Een overschot aan stikstof komt ook dikwijls voor. De symptomen zijn zwakke stammetjes en diepgroene bladeren. Hierbij krullen de bladeren vaak naar beneden, zodat ze de vorm van een soort klauw krijgen. Ook kunnen de bladpunten verdorren. De symptomen worden vaak verward met een te natte bodem, omdat bladeren daarbij ook omlaag krullen.
Wanneer de klauwvormige bladeren echter vergezeld worden door een diepgroene kleur, heb je waarschijnlijk met een overschot aan stikstof te maken. Daarbij zullen zulke bladeren snel vergelen en afsterven als het stikstof-overschot niet verholpen wordt.
De meeste problemen die kwekers met stikstof hebben worden in feite door een overschot eraan veroorzaakt. Vooral in de bloeifase, wanneer de behoefte aan stikstof daalt, doen deze problemen zich voor. In de groeifase heeft een wietplant veel behoefte aan stikstof. En zolang je het niet te gek maakt zul je in deze fase ook niet snel met een overschot aan stikstof te maken krijgen.
In de bloeifase hebben wietplanten echter aanzienlijk minder behoefte aan stikstof. Ze hebben het nog wel nodig maar lang niet meer zo veel. Een overschot zorgt voor een slechte topontwikkeling waardoor je uiteindelijk minder wiet zult oogsten. Gelukkig is er meer dan genoeg speciale bloeivoeding voor wietplanten verkrijgbaar. Hierin is al rekening gehouden met de verlaagde stikstofbehoefte in de bloeifase.
Heb je een plant met een overschot, dan weet je nu wat de aanwijzingen hiervan zijn: een diepgroene kleur, bladpunten krullen naar beneden ondanks dat de plant niet te veel water heeft, de gekrulde bladeren beginnen als eerste te vergelen, en bevinden zich op de hele plant.
Nog een aanwijzing is dat de problemen verergeren tijdens warmere periodes, omdat de plant dan meer water, en dus ook meer stikstof opneemt.
De oplossing van een stikstof-overschot ligt voor de hand; verminder de hoeveelheid stikstof in de plantenvoeding. Wanneer de plant in de bloefase zit, schakel dan over op een bloeivoeding als je dat nog niet deed. Het probleem kan ook opduiken door het gebruik van sterk bemestte aarde, probeer de aarde in dat geval te spoelen met aangezuurd water (pH 6,3 tot 6,8).
De bladeren die al verdord zijn kunnen helaas niet meer gezond worden, maar het probleem stopt tenminste wel. Hydrokwekers hebben het makkelijker, en kunnen hun voedingswater gewoon vervangen voor voedingswater met de juiste (hoeveelheid en soort) voeding en pH-waarde.