Binnen met wiet kweken beginnen #7: voeding & pH-waarde
In dit voorlaatste deel uit onze kweekcursus behandelen we plantenvoeding. Welke voeding is er voor wietplanten, en hoe zit het met de pH-waarde?
Eerder behandelde Pendergast het gebruik van Sugar Royal; een aminozuur product dat zorgt voor een stressreactie in de plant. Hierdoor gaan planten sneller afbloeien en meer kristallen aanmaken. Hierna was Green Sensation aan de beurt dat volgens Pendergast onmisbaar is. In dit nieuwe artikel duikt onze kweekexpert in een andere belangrijke factor, zeker in ons klimaat. En dat is luchtvochtigheid.
In het begin van de kweek maakt luchtvochtigheid voor veel kwekers nog niet veel uit. Zeker als je met zaad kweekt. Dan zit het in de groeifase met luchtvochtigheid altijd wel goed eigenlijk.
Zaailingen willen graag een vochtigheidspercentage van tussen de 40% en de 70%. Een vrij grote marge. Bovendien kunnen bladeren water opnemen uit de lucht via hun stomata (huidmondjes).
Dit is dan ook de reden waarom stekken een hogere luchtvochtigheid nodig hebben. Stekken hebben geen wortels als je ze net neemt, en nemen dus al hun vocht op uit de lucht via de bladeren. Stekken kan je het best bewaren bij een luchtvochtigheid van 70 tot 90%. Bij bloeiende wietplanten zit dit weer iets anders.
Tijdens de bloeifase is het belangrijk om de luchtvochtigheid laag te houden. Hier zijn meerdere redenen voor.
1. Voorkomen van schimmel
2. Stimulatie van de ontwikkeling van oliën en hars
3. Stress aanwakkeren waardoor de plant sneller wilt rijpen
De eerste reden is die waar ik mij het meeste zorgen over maak. In Nederland kan het erg vochtig zijn, zeker na een regenbui. Veel buitenkwekers delen dan ook regelmatig mee dat zij helaas ‘budrot’ hebben. Maar niet alleen buitenkwekers moeten hierop letten, binnenkwekers ook.
Botrytis Cinerea, de officiële naam voor budrot is een schimmel die ontstaat bij lagere temperaturen en hogere luchtvochtigheid. En deze schimmel is extreem agressief.
Wanneer Botrytis eenmaal in je toppen zit verspreidt deze zich razendsnel, en zal je elke dag geïnfecteerde stukken uit de toppen moeten wegknippen. Enorm zonde, en je zal niet de eerste zijn die zijn complete oogst verliest.
Botrytis Cinerea voorkomen doe je door de luchtvochtigheid bij voorkeur onder of rond de 50% te houden en goed te ventileren. Als je het dan ook nog eens wat warmer kan houden, een graad of 25, dan moet je goed zitten. Hier houdt de schimmel namelijk totaal niet van!
Nog een reden waarom je een lage vochtigheid wilt hanteren in de bloei is het stimuleren van de olie- en harsproductie. Door een lage luchtvochtigheid gaat de plant zijn eigen toppen beschermen tegen uitdroging. Dit doet de plant door de toppen te bedekken met plakkerige trichomen.
Trichomen zijn kleine miniscule harsdruppeltjes waar de plant cannabinoïden in vormt. Cannabinoïden zijn stoffen zoals THC en CBD; de stoffen waar we het voor doen eigenlijk.
Heel kort door de bocht, door de luchtvochtigheid lager te houden kan je dus zorgen dat de plant meer cannabinoïden aanmaakt.
Bovendien, door de top plakkerig te maken en niet geheel uit te drogen, blijft de wiet ook lekker. En je kan de top de tijd gunnen om goed te drogen zonder dat het direct verkruimeld als je het aanraakt. Zoals ik eerder vermeldde zorgt Sugar Royal ook voor dit effect, dus hoef ik me hier niet veel zorgen over te maken gelukkig!
De laatste reden is ook niet geheel onwenselijk. Een drogere lucht zorgt ervoor dat de plant stress ondervindt, en denkt dat ze moet afrijpen. Planten willen overleven, dus zal de plant beter haar best doen sneller klaar te zijn, zonder dat je haar direct schade toebrengt. Dit effect is zonder bloeistimulatoren als Sugar Royal echter zodanig klein, dat ik hier niet veel verder op in hoef te gaan.
Nu we alles op een rijtje hebben, moeten kijken naar hoe we die luchtvochtigheid gaan controleren.
Vaak hoor je mensen roepen dat je moet ventileren wanneer je luchtvochtigheid te hoog is, maar dit geldt niet voor iedereen. Wanneer jij kweekt in een gebied waar het veel regent en waar je redelijk uit de wind staat, zal je luchtvochtigheid hoog blijven.
Als het buiten 70% is en in je tent ook, zal ventileren er niet voor zorgen dat de luchtvochtigheid daalt. Je haalt immers even vochtige lucht van buiten en brengt die naar binnen.
Zoals jullie op de foto kunnen zien heb ik mijn luchtkamer opengezet, want ook ik kreeg mijn luchtvochtigheid lastig onder controle.
Bij mij schommelde het tussen de 60 en de 70%, terwijl ik het eigenlijk niet boven 55% wil hebben.
Door mijn luchtkamer open te zetten kreeg ik het iets stabieler, namelijk rond de 55 tot 60%. Maar ’s nachts was dit niet genoeg. Zodoende heb ik uit voorzorg een elektrische luchtontvochtiger gehaald. Dit apparaatje trekt de vochtigheid uit de lucht en vangt het op in een reservoir. Of dit voldoende is, moet nog blijken. Maar ik hoop dat ik zodoende de vochtigheid laag kan houden zodat ik geen toprot krijg!
Verder zien de planten er goed uit en bloeien ze lekker. Het wordt geen vette oogst, maar dat was te verwachten na het CEC-probleem. Overal zie ik toppen groeien en haren ontstaan. Veel toppen laten ook wel veel bruine haren zien, dus heel lang kan het niet duren. Al laten enkele topjes op zich wachten.
Voor volgend verslag heb ik een microscoop in huis gehaald, zodat ik kan uitleggen wanneer en hoe je het oogstmoment kan bepalen. Maar voor nu, sluit ik, zoals traditie is inmiddels, weer af met de tabellen!