Omega-3 vetzuren verlagen tolerantie voor cannabis
Last van een hoge tolerantie voor cannabis en THC? Steeds meer wiet nodig voor hetzelfde effect? Met gezonde Omega-3 vetzuren breng je je tolerantie weer omlaag.
Sinds de legalisering van medicinale cannabis in Californië in 1995, is het argument dat toegang tot medicinale cannabis een grondrecht is keer op keer succesvol gebleken. In Mexico, Zuid-Afrika en Georgië oordeelden de hoogste rechters dat een verbod op cannabis voor eigen gebruik strijdig is met de grondwet en fundamentele mensenrechten. Het lijkt een kwestie van tijd voordat een rechter in een EU-lidstaat of het Europese Hof voor de Rechten van de Mens dit ook erkent.
In Nederland hamert biologisch wietkweker Doede de Jong er al decennia op: het cannabisverbod is een schending van de mensenrechten. In de alternatieve VOC Troonrede zei hij het in september 2020 zo: ‘Door het bestrijden van vredelievende cannabisconsumenten en thuistelers schendt onze overheid basale mensenrechten. Zoals het recht op onaantastbaarheid van het lichaam, artikel 11, en op eerbiediging en bescherming van de persoonlijke levenssfeer, artikel 10.’
Laten we de letterlijke tekst van die artikelen van de Nederlandse Grondwet er bij nemen. Artikel 11 luidt: ‘Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.’ Artikel 10, lid 1: ‘Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.’
Door toevoeging van de woorden ‘behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen’ heeft de wetgever de ruimte om deze grondrechten toch in te perken. Nog belangrijker: het is in Nederland niet mogelijk om de rechter wetten te laten toetsen aan onze Grondwet. Iets wat in Mexico, Zuid-Afrika, Georgië en de meeste andere landen wél kan.
De Nederlandse juristen Piet Hein van Kempen en Masha Fedorova concludeerden in 2016 dat ‘positieve mensenrechtenverplichtingen’ staten zelfs kunnen verplichten om gereguleerde cannabisteelt- en handel toe te staan. Dit kan ‘wanneer deze regulering mensenrechten beter beschermt dan een totaal verbod op drugs, zoals vastgelegd in de drugsverdragen’. Onder het huidige internationaal recht is het gelegitimeerd om ‘mensenrechtenverplichtingen prioriteit te geven boven daarmee conflicterende verplichtingen onder de VN-drugsverdragen.’
Even leek het er op dat de doorbraak uit Straatsburg zou komen, bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. De Spaanse cannabisactivist Albert Tío, voormalig secretaris van Cannabis Social Club AIRAM in Barcelona, had goede hoop dat het Europese Hof zich zou uitspreken over zijn veroordeling. Helaas weigert het Europese Hof de zaak te behandelen, vertelde Tío eerder deze maand in de Ierse cannabis-podcast Martin’s World.
Tío verwees naar de Mexicaanse cannabisactivist Pepe Rivera, een van de sleutelfiguren in de legaliseringsbeweging. Met zijn organisatie Plantón420 bivakkeerde Rivera maandenlang voor het Senaatsgebouw in de hoofdstad. Voor Rivera is het recht om cannabis te gebruiken, bezitten én kweken een mensenrecht. Het Hooggerechtshof bleek het met hem eens te zijn en schreef geschiedenis met een serie uitspraken, culminerend in een vijfde, bindend vonnis op 31 oktober 2018.
De daadwerkelijke bevrijding van de plant laat nog op zich wachten, legde Rivera eind 2020 uit in Martin’s World. De legaliseringsbeweging viert dan ook geen feest, maar strijdt door. Centraal in Rivera’s strategie staat het feit dat de drugsverdragen van de VN strijdig zijn met de internationale mensenrechtenverdragen. En deze mensenrechtenverdragen staan op hetzelfde niveau als de VN drugsverdragen.
Het Mexicaanse Hooggerechtshof stelde dat het cannabisverbod ongrondwettelijk is, omdat cannabis geen grote risico’s heeft voor het individu, de volksgezondheid of de openbare orde. Het Hof droeg de regering op om vijf wetsartikelen betreffende cannabis aan te passen, omdat deze strijdig zijn met het recht op de vrije ontplooiing van de persoonlijkheid. Dat recht is onder meer vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, in artikelen 22 en 29.
De tekst van artikel 22: ‘Eenieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid en heeft er aanspraak op dat … de economische, sociale en culturele rechten, die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing van zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden.’ Artikel 29 stelt dat de rechten en vrijheden die nodig zijn voor volledige ontplooiing van de persoonlijkheid alleen beperkt mogen worden ‘ter verzekering van de onmisbare erkenning en eerbiediging van de rechten en vrijheden van anderen en om te voldoen aan de gerechtvaardigde eisen van de moraliteit, de openbare orde en het algemeen welzijn in een democratische gemeenschap.’
De verklaring heet niet voor niets universeel: mensenrechten gelden overal ter wereld, voor iedereen. Overal ter wereld kunnen de mensenrechtenverdragen dus worden ingezet om toegang tot medicinale cannabis en het recht op thuisteelt van cannabis voor persoonlijke consumptie af te dwingen. En in de landen waar toetsing van wetten en regels aan de Grondwet mogelijk is, kan die ook worden ingezet om toegang, thuisteelt en bijvoorbeeld coöperatieve non-commerciële teelt in Cannabis Social Clubs mogelijk te maken via de rechter.
In een recent artikel over de toenemende verspreiding van het idee van toegang tot cannabis als grondrecht, noemt Marguerite Arnold onze Oosterburen als een van de landen die cannabis op die basis zou kunnen legaliseren. In Duitsland is cannabis een wettelijk erkend medicijn én gezondheidszorg is er een mensenrecht. Dus, schrijft Arnold, ‘is het letterlijk ongrondwettelijk om de toegang toe medicinale cannabis te blokkeren’. Wat er gebeurt als die toegang toch wordt geblokkeerd is vraag twee, voegt ze er aan toe.
De Duitse arts, medicinale cannabisgebruiker en cannabisactivist Franjo Grotenhermen blijft strijden voor volledige legalisering van cannabis. In 2017 ging Grotenhermen, medeoprichter van de International Association of Cannabinoid Medicines (IACM) en auteur van meerdere boeken over mediwiet, zelfs in hongerstaking om zijn eisen kracht bij te zetten.
In een interview met Marguerite Arnold zei Grotenhermen vorige maand: ‘Basale toegang tot cannabis moet veel meer een politiek issue worden in Duitsland. Vergeet niet dat wij dit jaar landelijke verkiezingen hebben. Waar we aan werken is een situatie waarin de zorgverzekeraar niet langer beslist of een patiënt cannabis krijgt of niet. Die beslissing is iets tussen de arts en de patiënt. Natuurlijk zou deze hele kwestie niet zo problematisch zijn als cannabis niet zo duur was. Deze wet veroorzaakt een gruwelijke sociale ongelijkheid. De zieken tegenover de mensen met geld. Dat is niet oké.’
Grotenhermen steunt het recht op thuisteelt voor patiënten voluit. ‘Niet elke patiënt wil zelf kweken en voor sommige is het niet mogelijk, omdat ze te ziek zijn. Maar als je een einde wil maken aan de discussie over de kosten… Cannabis moet breder toegankelijk zijn dan het nu is in Duitsland. De meeste patiënten, vooral zij die voor het eerst in aanraking komen met cannabis -wat in de toekomst het overgrote deel zal zijn- willen gewoon een recept van de dokter en ophalen bij de apotheek. Commerciële teelt en thuisteelt kunnen prima naast elkaar bestaan. Er is genoeg geld te verdienen.’
Terug naar Nederland. Mensenrechten gaan zeker een rol spelen in de apotheose van ‘Dossier Edelhert’, de rechtszaak tegen Suver Nuver. De wietolie die oprichter Rinus Beintema met zijn stichting aan tienduizenden Nederlanders verstrekt wordt immers medicinaal gebruikt. En het recht ‘op onaantastbaarheid van het lichaam’ omvat toch zeker de keuze welke planten je gebruikt om je eigen welzijn te verbeteren, zou je zeggen.
Op 21 juni doet de rechter uitspraak, meldt Suver Nuver in een recente flyer: ‘Dit is dus een belangrijke dag in de ontknoping van een jarenlange juridische procedure met ingrijpende gevolgen, eentje die zelfs de geschiedenisboeken in zou kunnen gaan. Wordt op deze dag dan eindelijk de cannabisplant bevrijd en gezien als natuurlijk middel dat de kwaliteit van het leven van mensen verbetert?’