(advertenties)
(advertentie)

Wie vandaag de dag besluit om zelf medicinale wiet te kweken, die kan daar zo’n beetje alle informatie over vinden op het internet. Twee begrippen die dan dikwijls zal tegenkomen zijn ‘nodes’ en ‘internodes’. Ingewikkeld is het niet maar het is wel belangrijk om de begrippen te kennen, zodat je weet wat er bedoeld wordt als het over nodes en internodes gaat.

Nodes

Nodes en internodes hebben alles te maken met de takken en de hoofdstam van wietplanten. We gebruiken het woord node om een vertakking aan te geven. Of met andere woorden, een node is de plaats op een hoofdstam of zijtak waaruit één of twee zijscheuten groeien.

Bij een jonge wietplant groeien uit de nodes vrijwel altijd twee zijtakken, aan tegenovergestelde kanten van de stam of tak. Bij stekken die van een oudere wietplant genomen zijn, of een wietplant die al een paar maanden oud is, groeit er maar één zijtak per node. Om en om, aan de ene kant en dan weer aan de andere kant van een tak of stam.

Wanneer je zulke asymmetrische zijtakken aan een wietplant ziet, dan betekent het dat de plant volwassen en geslachtsrijp is. Ze is klaar om te gaan bloeien. Al betekent het nog niet dat ze dat ook zal doen, want dat hangt dan weer van het lichtschema af. Maar de plant is er in ieder geval wel klaar voor.

Internodes

Goed. De nodes zijn dus de knopen op een stam of zijtak van waaruit één of twee zijscheuten groeien. Maar wat zijn dan internodes? Wel, dat had je misschien al geraden. Een internode is het stuk stam tussen twee nodes in. Bij indica’s zijn deze internodes doorgaans wat korter en bij sativa’s juist wat langer.

Licht heeft ook invloed op de lengte van de internodes. Bij weinig licht zullen de internodes zich verlengen zodat de plant hoger wordt. Een hogere plant kan in de natuur namelijk vaak meer licht opvangen. Voorjaarslicht dat meer blauw licht bevat, zorgt ervoor dat internodes minder strekken, terwijl rood najaarslicht de strek van internodes juist bevordert.

[Openingsbeeld: Andrei Verner, Shutterstock]