Kweek je mediwiet ook een keer op kokos!
Kokos is een geweldig medium om wietplanten in te kweken. Het lijkt op aarde maar als je het op de juiste manier gebruikt, geeft het hydro resultaten!
Trouwe lezers weten dat ik, vlak voordat ik m’n vorige verslag inleverde, halsoverkop de tijdsschakelaar van m’n LED-lamp heb omgezet. In plaats van 18 uur licht per dag krijgen de Green Magic-wietplanten van Amsterdam Genetics nu 12 uur per dag licht – en staan ze even lang in het donker. Daarmee heb ik de bloeiperiode ingeluid en nog op de valreep heb ik de eerste zichtbare tekenen van de bloei, bloeiharen op één van de planten, al kunnen laten zien.
Nadat ook de andere planten het begrepen hebben en bloeiharen begonnen aan te maken, was het tijd ze weer te voorzien van de juiste voedingsstoffen. Hiervoor gebruik ik nog steeds de BioQuant OH-voedingslijn, de OH-Blossom in dit geval. Deze is speciaal voor de ‘pubertijd’ van de planten ontwikkeld, zoals m’n kweekcollega Pendergast het zo mooi zegt.
Wanneer de planten van de groeifase overgaan naar de bloeiperiode trekken ze namelijk nog een klein sprintje de hoogte in en maken ze enorm veel nieuwe hormonen aan. Net als mensen-pubers, vreten de planten er lustig op los in deze periode. Ik ben dan ook allesbehalve zuinig met deze ronde voeding en geef ze een flinke slok.
Naast dat de wietplanten nu steeds meer bloeiharen ontwikkelen, is dus ook de strekperiode aangebroken. Behalve dan voor de hoodftak, gezien de groei daarvan geremd is door het gebruik van de organische hormonen, BioApex. De lagergelegen takken sprinten wel flink naar de oppervlakte en daarop is zelfs al een duidelijke topontwikkeling te zien.
Zonder ook maar één keer de schaar in de plant te hebben gezet, lijkt het toch alsof de planten getopt zijn. De Apex heeft dus z’n werk – het remmen van de hoogtegroei van de hoofdtak – goed gedaan. Waardoor deze lager gelegen takken de kans en energie hadden om zich naar de oppervlakte te bewegen en daar te ontwikkelen tot een waardevolle top. Helemaal top, toch?
Doordat deze lage takken zich steeds meer aan de oppervlakte laten zien, begint er een behoorlijke groene zee te ontstaan. Vooral aan de rechterkant en achterin de Mediwietsite kweekkast gaat het als een trein en ziet de ontwikkeling er veelbelovend uit.
Er is echter één plant die nog niet helemaal meekomt met de rest. Deze ontwikkelt zich nog steeds minder snel dan de andere Green Magics, maar ziet er verder gezond uit. Het zij zo, zeg ik maar, en we zien wel wat ervan komt. Bij Ome Kush hoef je niet binnen de lijntjes te kleuren om mee te mogen tekenen. En als ik één ding heb geleerd van vreemde vogels: die kunnen het mooist fluiten. Ik ben benieuwd!
Nu de bloei echt officieel op gang is, is het afwachten tot dat er meer bloeiharen verschijnen rond de uiteinden van de takken; waar de toppen zich ontwikkelen. Nu zijn deze nog moeilijk vindbaar, omdat ze zich vooral in de ‘oksels’ van deze toppen bevinden. Het duurt nog wel even voordat er echt kleine bosjes bloeiharen verschijnen en we echt kunnen spreken van topvorming.
Onze hoogvlieger, de plant die ook als eerst haar bloeiharen liet zien, doet het alvast even voor. Zij heeft wel al een beginnende topontwikkeling, zie ik wederom de dag voor ik dit verslag inlever. Tot nu toe gaat de kweek relatief soepel en heb ik weinig te klagen. Maar met de extreme koud wordt het de komende dagen wel even opletten met de temperatuur in de kast.
Het enige vervelende vind ik nu dat ik de planten zo weinig kan zien. Bij het omschakelen van de klok heb ik er namelijk – uit praktisch oogpunt – voor gekozen de planten van 8 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds in het donker te laten staan. Dan is het nacht in de kast en kan ik de deuren maar beter dichtlaten om lichtstress te voorkomen.
Dit betekent wel dat ik alleen vroeg in de ochtend even naar binnen kan spieken en in de avond een paar uurtjes heb om m’n boeltje te doen. Ik lieg niet als ik zeg dat ik het enorm mis om bij thuiskomst in de middag, na een stressvolle dag, bij de dames naar binnen te koekeloeren. Het kweken van wiet blijft op zich een therapeutische bezigheid, daar ben ik nu wel echt van overtuigd.