Cannabis microdoseren (+5 tips) tegen depressies
In kleine hoeveelheden kan cannabis een groot effect hebben op neerslachtige gevoelens of depressiviteit. Ontdek de voor- en nadelen en lees onze 5 tips over cannabis microdoseren.
Darmkanker behandelen met cannabis kan een haalbare optie worden in de toekomst, zo blijkt uit diverse studies. Hierbij lijkt een hoofdrol weggelegd voor de minder bekende cannabinoïde cannabigerol (CBG).
Dikkedarmkanker is in Nederland – na huidkanker – de tweede meest voorkomende vorm van kanker. Jaarlijks komen er circa 15.000 nieuwe gevallen bij en dat is veel. Het totaal aantal diagnoses van dikkedarmkanker is de afgelopen 25 jaar bijna verdubbeld; een gevolg van het feit dat we ouder worden en ongezonder eten.
De behandelingsopties voor dikkedarmkanker zijn ontmoedigend en gaan gepaard met bijwerkingen die de kwaliteit van leven vaak enorm schaden. Bovendien komt het regelmatig voor dat behandelopties de progressie van kanker en uitzaaiingen niet stopzetten.
Op basis van succesvolle preklinische onderzoeken en een heel laag risico op bijwerkingen, is er een toenemende belangstelling voor het behandelen van darmkanker met cannabis. Deze onderzoeken maken momenteel de weg vrij voor toekomstige studies bij mensen.
In een onderzoek gepubliceerd in Phytomedicine (2013) bijvoorbeeld, ontdekten wetenschappers dat CBD de celgroei van darmkanker verminderde, maar geen invloed had op gezonde cellen. In dezelfde studie testten onderzoekers de effectiviteit van CBD in een muismodel van darmkanker. Tumorvorming nam met 40 procent af terwijl tumoren bij muizen in de controlegroep anderhalf keer groter werden. Maar niet alle preklinische onderzoeken vinden hetzelfde succes.
Dan een studie gepubliceerd in Cannabis and Cannabinoid Research (2018). Daarin ontdekten onderzoekers dat THC en CBD slechts gedeeltelijk effectief waren in het verminderen van levensvatbaarheid van kankercellen in de dikke darm. Maar THC en CBD zijn slechts twee van de meer dan honderd bekende cannabinoïden in wiet. Een minder bekende cannabinoïde, cannabigerol (CBG), is misschien wel de sterkste cannabinoïde tegen darmkanker.
LEES OOK:
CBG is een niet-geestverruimende chemische voorloper van andere cannabinoïden, zoals THC en CBD. Met andere woorden: CBG is een soort moeder-cannabinoïde voor THC, CBD en andere cannabinoïden. Die ontstaan dus dankzij CBG.
In tegenstelling tot het doorgaans overvloedig aanwezige THC en CBD zitten er slechts hele kleine hoeveelheden CBG in wiet. Zonde, want CBG werkt wel degelijk samen met ons endocannabinoïden-systeem; het bindt aan verschillende receptoren in het menselijk lichaam en produceert een breed scala aan therapeutische effecten.
Studies uit 1991 en recent in 2011 tonen dat CBG pijnstillende, antidepressieve, antibacteriële en bloeddrukverlagende eigenschappen heeft. En onderzoekers ontdekten dat CBG bindt met zowel CB1- als CB2-cannabinoïden-receptoren, 5-HT1A-serotoninereceptoren en nog een paar andere.
CBG is met name een antagonist van TRPM8-receptoren. En van TRP-kanalen is bekend dat ze de groei van tumorcellen beïnvloeden. Preklinisch bewijs suggereert dan ook dat CBG via dit TRPM8-mechanisme darmkanker kan remmen.
In een studie gepubliceerd in Carcinogenesis (2014) beoordeelden onderzoekers het effect van CBG op muizen met darmkanker. De onderzoekers injecteerden colorectale kankercellen in muizen en bevestigden tien dagen later de aanwezigheid van tumoren. Vervolgens verdeelden ze de muizen in behandel- en controlegroepen. De behandelingsgroep ontving dagelijks één tot tien milligram CBG per kilogram lichaamsgewicht.
Na vijf dagen toediening van CBG was er een afname van 45 procent in tumorgroei in de behandelingsgroep vergeleken met de controlegroep. De onderzoekers bevestigden dat CBG TRPM8-kanalen blokkeert, apoptose (celdood van kankercellen) bevordert en de groei van kankercellen vermindert.
CBG zou kunnen werken als een therapeutisch middel voor darmkankerpatiënten. De bijbehorende kosten van behandeling met CBG kunnen echter een aanzienlijke belemmering vormen.
LEES OOK:
De bijnaam van CBG is ‘Rolls-Royce van de cannabinoïden’. Dat komt vanwege de hoge productiekosten. Er zit namelijk maar heel weinig CBG in wietplanten. Je moet dus heel veel planten kweken om een bruikbare hoeveelheid CBG te krijgen.
Omdat CBG een voorloper is van andere cannabinoïden, is het oogstvenster ook heel klein. Je moet precies op tijd oogsten, anders neemt de hoeveelheid CBG alweer af. Kwekers moeten dus kiezen of ze hun gewas wijden aan pure CBG of dat ze wachten om andere cannabinoïden te oogsten.
Het aanpassen van de genetica van de plant kan een oplossing zijn. Joseph Nunez van EcoGen Laboratories zegt daarover het volgende. “Door betere CBG-genetica te ontwikkelen waarbij CBG de dominante cannabinoïde is die in de plant tot expressie komt, kunnen we meer traditionele en goedkopere zuiveringsprocessen toepassen”.
Ook is het goed mogelijk dat men technieken als cannabinoïden kweken met gist inzet om zeldzame bestanddelen zoals CBG te krijgen. Met dergelijke technieken lijken de vooruitzichten voor CBG als behandeling van darmkanker in ieder geval veelbelovend. Maar er blijft ook een groot probleem bestaan: gebrek aan klinisch bewijs.
Hoewel preklinisch bewijs suggereert dat CBG en andere cannabinoïden effectief zijn bij het verminderen van de proliferatie van darmkanker, verschilt het menselijk lichaam van andere organismen zoals muizen. Zonder klinische proeven blijft het potentieel van cannabinoïden voor de behandeling van darmkanker bij mensen een mysterie.
Het probleem wordt vergroot door traditionele therapieën waarvan artsen weten dat ze werken, ongeacht de heftige bijwerkingen. In JAMA Oncology (2020) schreven drs. Donald Abrams en drs. Manuel Guzmán dat het op basis van de huidige gegevens nog niet verstandig is om bewezen therapieën te negeren, en te kiezen voor cannabis. En dat is veelzeggend, want Guzmán is een vooraanstaande cannabisonderzoeker.
Kortom, de tekenen in het voordeel van cannabis zijn erg positief. We kunnen stellen dat het veel potentie heeft als aanvullende behandeling. En het is bewezen dat wiet tijdens chemotherapie misselijkheid tegengaat en eetlust stimuleert. Hopelijk komen er snel klinische proeven die bewijzen dat wiet nog veel meer kan betekenen bij kanker.