(advertenties)
(advertentie)

In principe heeft een wietplant (en andere planten natuurlijk) niet meer nodig dan zonlicht, voeding en water. Correct water geven moet je echter niet onderschatten. Het is misschien zelfs wel een van de belangrijkste onderdelen. Daarom bekijken we hieronder naar de kunst van het water geven.

Welkom bij een nieuwe aflevering van deze kweekserie, waarin we basiskennis bespreken over buiten mediwiet kweken. Tot dusver hebben we de volgende dingen besproken:

Bovendien hebben we tussendoor een handige buitenkweekkalender gedeeld. Daarin staat grofweg de planning voor de kweekcyclus. En we hebben het startsein gegeven toen de IJsheiligen voorbij waren.

Als het goed is zijn je plantjes het zaailingen-stadium gepasseerd en worden het langzaam maar zeker echte wietplanten. Tijd voor een dosis nieuwe info.

“Hoeveel water moet ik geven?”

We gaan het hebben over een van de belangrijkste taken bij het kweken van cannabis: water geven. Na het lezen van dit artikel weet je precies hoe je moet bepalen hoeveel water je planten nodig hebben en waar je op moet letten. Je leert diverse technieken en je krijgt tips die van jou een pro maken in correct water geven.

De keuze voor dit onderwerp is niet zonder reden. De vraag “hoeveel water moet ik wietplanten geven?” is namelijk een van de meest gestelde onder beginnende kwekers. Niets om voor te schamen overigens. Correct water geven is één van de grootse uitdagingen tijdens de cannabiskweek.

Op de milliliter nauwkeurig vertellen hoeveel water elk plantje iedere dag nodig heeft, zou het beste antwoord zijn. Helaas werkt dat niet zo. Ook is er geen richtlijn die voor iedere plant altijd werkt. En ook kweekomstandigheden verschillen van dag tot dag.

Ten eerste verbruikt een jong plantje minder water dan een grote volwassen plant. Ongeveer 75 procent van een plant bestaat uit water. Dus minder plantmassa betekent minder vocht in je plant. Ook de temperatuur is bepalend voor de waterbehoefte; hoe warmer het is, hoe meer de plant ’transpireert’ via haar blad.

Planten verdampen vocht via de huidmondjes, wat ze onder andere doen om de bladtemperatuur omlaag te brengen. Afkoelen, net als wij wanneer we transpireren. Daarom hebben wietplanten op warme dagen meer water nodig. En jij maar afvragen waar ze al dat vocht toch laten.

Ook de grootte van je pot is van belang. Een grote pot met veel aarde houdt immers meer water vast dan een klein voorgroeipotje van een kwart liter. Lees ook het deel over aarde en potten nog even terug.

Vier bewateringstechnieken

Door de aarde te voelen, krijg je een goed idee van de vochtigheid [Shutterstock/Krisana Antharith]

Goed nieuws! Je plant gaat jou zelf vertellen hoeveel water ze nodig heeft. Het is alleen zaak om te leren hoe jij ziet en voelt hoeveel water dat dan is. We geven je vier technieken. Kijk wat voor jou lekker werkt en wat jij prettig vindt.

Voor we van start gaan met de technieken, eerst nog een belangrijke tip. Gebruik altijd lauw water. Laat desnoods het water uit je kraan een paar uur staan om op temperatuur te komen.

Techniek #1: Gebruik je vinger

Deze techniek wordt al jaren gebruikt en is heel simpel. Steek je vinger in de pot. Blijft er aarde aan je vinger plakken? Dan is er nog voldoende vocht aanwezig. Modder is niets meer dan water en aarde.

Je kan overigens nog beter een satéprikker gebruiken. Het kan namelijk voorkomen dat de bovenkant droog is, terwijl het ietsjes dieper wel vochtig is. Een satéprikker verkleurt door het water in de aarde. Bovendien beschadig je zo minder wortels, omdat je niet met je vinger in de aarde hoeft te wroeten.

Techniek #2: Til de pot op

Deze techniek vereist wat oefening. Maar oefening baart kunst. En in dit geval levert het ook een van de beste technieken op om te kijken of jouw plant water wil. Zo werkt het.

Elke keer als je water geeft, til je de pot eerst op en voel je hoe zwaar die weegt. Daarna geef je water en doe je hetzelfde: je weegt gevoelsmatig nogmaals de plant. Nu voel je het verschil in gewicht, want extra water zorgt voor een zwaardere pot.

Door bij iedere waterbeurt structureel te wegen, train je jezelf om het verschil te voelen. Ervaren kwekers hoeven een pot maar even op te tillen om te weten hoeveel water ze moeten geven.Combineer de methode de eerste tijd met techniek #1 en #3 om er zeker van te zijn dat je niet te veel of te weinig geeft. En let erop dat je rekening houdt met het extra gewicht van de cannabistoppen in de bloeifase.

Techniek #3: De stand van het blad

Als je wat meer ervaring krijgt in het kweken van wietplanten, zal je merken dat je een plant kan lezen. Ja echt waar, een plant communiceert met je en laat zien wat ze nodig heeft. Zie je dat het blad iets schuin omhoog naar de zon staat gericht? Dan heeft ze het naar haar zin en doe je het hartstikke goed. Hangt het blad naar beneden en ziet het er sip uit? Dan is de kans groot dat je óf teveel, óf te weinig water geeft. Bij te weinig water is het blad zeer dun, slap en fragiel. En als je te lang hebt gewacht, ook broos. Bij te veel water, voelt het blad dikker en steviger aan.

Techniek #4: Vochtigheidsmeter/tensiometer

Een blije wietplant; de bladeren staan schuin omhoog richting de zon. [Shutterstock/Filip Jedraszak]

Voor de volledigheid delen we ook deze technieken. Het is een beetje de luie methode en ook nog eens niet erg betrouwbaar. Het werkt met een apparaatje dat je in de aarde steekt. Vervolgens meet het de hoeveelheid vocht op het punt waar het de grond raakt.

De ervaring leert dat het werken met zo’n instrument op de lange termijn vaak voor moeilijkheden zorgt. Cannabis kweken is een vaardigheid die iedereen kan leren. Dat geldt ook voor het ‘handmatig’ bepalen hoeveel je wietplant drinkt. Dat is vele malen duurzamer dan afhankelijk zijn een vochtigheidsmeter. Wat als de batterij op is?

Tip! Is de aarde een beetje uitgedroogd en samengetrokken? Loopt het water hierdoor langs de randen en door de aarde je pot uit? Geef dan eerst 500 milliliter water en wacht een half uurtje. Je zal zien dat de aarde weer wat uitzet en de pot klaar is voor de échte waterbeurt.

Water-buffer-water methode

Er zijn verschillende schema’s om wietplanten te bewateren. Een goede en leerzame richtlijn is de water-buffer-water (of voeding-buffer-voeding) methode. Deze methode kun je toepassen vanaf het moment dat je plant drie weken oud is. Het werkt als volgt.

Je geeft je plant op dag één een grote hoeveelheid water, eventueel met voeding (voeding komen we later op terug). Uitgangspunt is dat je de hele pot bewatert zonder dat het water onder uit de pot loopt. Op dag twee geef je veel minder water. Deze dag is de zogeheten bufferdag waarbij je het vocht in de pot slechts aanvult. Dag drie is dan weer een dag waarop je veel water geeft. Dag vier is je bufferdag. Enzovoorts.

Je gaat merken dat er soms op bufferdagen nog flink wat water in de pot zit. Je hoeft dan niets bij te geven. In dat geval heb je op de bewateringsdag iets teveel gegeven. Het kan ook zijn dat je merkt dat er op de bufferdag helemaal geen water in de pot zit. De pot is licht, het blad hangt slap en de aarde is droog. Dan weet je dat je op de volgende bewateringsdag, de dag erop dus, meer water moet geven.

Het streven is dat er op de bufferdag nog een klein beetje water in de pot zit en je dames het nog naar hun zin hebben. Bovendien leer je op deze manier goed de vochtbehoefte van je planten kennen.

Iedereen kan het!

Ziezo, nu heb je voldoende technieken in handen om te leren hoeveel water jouw wietplanten nodig hebben. Heb jij na het lezen van dit artikel nog vragen over water geven of een andere (kweek)vraag? Meld je dan aan op ons forum, en stel je vraag aan anderen. Succes en tot volgende week!

[Openingsfoto: Shutterstock/Cascade Creatives]