30% meer opbrengst door wietplanten te snoeien?
Plantentraining: 30% meer wiet oogsten (ten opzichte van ongetrainde wietplanten) door de juiste bladeren op het juiste moment te snoeien.
We vervolgen onze serie waarin we in begrijpelijke taal uitleggen hoe je een eerste medicinale wietplant kweekt. Deze week laten we zien hoe je je eerste wietplant kunt trainen voor een betere oogst, en hoe je het beschermt tegen de elementen van moeder natuur.
In deze serie leer je in begrijpelijke taal hoe je buiten of voor het raam een medicinale wietplant kweekt. Doe het vooral deze zomer na, want je houdt er in het najaar je eigen medicinale cannabis aan over.
Tot nu toe hebben we in deze serie al uitgelegd wat wietzaden zijn en welke wietzaden je het beste kunt gebruiken voor een eerste kweek buiten. Vervolgens hebben we laten zien hoe je zo’n wietzaadje laat uitkomen (ontkiemen) en hoe je het jonge plantje verpot. Vorige week hebben we in deel #4 tenslotte verteld hoe de groeifase verloopt en hoe je je eerste wietplant tijdens de groeifase verzorgt. En vandaag gaan we het hebben over training van je eerste wietplant tijdens de groeifase, en hoe je het beschermt tegen ongedierte, wind en regen.
Als je vorige week het vierde deel van deze serie hebt gelezen dan weet je hoe lang de groeifase duurt en hoe je een wietplant tijdens de groeifase water en voeding moet geven. In principe is dat al genoeg om je eerste wietplant te verzorgen tot aan de bloeifase. Wanneer je echter wil dat je eerste wietplant bijvoorbeeld laag blijft of extra veel wiet produceert, kun je nog een stapje verder gaan en het plantje gaan trainen.
Training betekent trouwens niet dat je je wietplant mee moet nemen naar de sportschool. Het houdt in dat je je plant bijvoorbeeld snoeit, zodat het breder wordt en meer takken krijgt. Ook kun je de takken open buigen zodat ze meer zonlicht opvangen, of zelfs knakken om de wietplant een betere vorm te geven. Er zijn een aantal technieken die je tijdens de groeifase op je wietplant kunt toepassen. De belangrijkste zijn toppen, supercroppen, en als je het aandurft: scroggen.
Toppen is wanneer je de bovenste groeipunt van de stam van je wietplant, of van een van de zijtakken afknipt. Hierdoor krijgt de tak of stam twee nieuwe groeipunten waar er eerst maar één groeide. De twee uitlopers onder de afgeknipte groeipunt zullen namelijk uitlopen en worden nieuwe groeipunten. Wanneer je dan ook alle takken en de hoofdstam (de middelste en dikste stam) van je wietplant zou afknippen, verdubbelt het aantal groeipunten en wordt de wietplant breder in plaats van hoger.
De plek op een stam of tak waar zijtakken uit groeien, noem je een node, op het plaatje hierboven kun je goed zien hoe zo’n node eruit ziet. Tel even hoeveel van deze nodes je wietplant op de hoofdstam heeft. Als er uit vier of vijf plekken op de middelste stam, twee zijtakjes groeien, kun je je wietplant voor het eerst toppen. Probeer het eerst eens met alleen de bovenste groeipunt om te zien wat er gebeurt. Daarna kun je je wietplant in de groeifase altijd nog vaker toppen als je wil. Hieronder zie je een filmpje waarop je kunt zien hoe een wietplant getopt moet worden.
Supercroppen is nóg een manier om de vorm van je wietplant te veranderen en meer takken te laten groeien. In plaats van de tak af te knippen, knak je hem bij het supercroppen zonder de tak te breken. Omdat de tak nu horizontaal groeit zullen alle zijtakjes die aan het omgeknakte deel groeien, groter en belangrijker worden, en later allemaal nieuwe groeipunten vormen waar in de bloeifase wiet aan groeit. Deze techniek is vooral handig wanneer een of enkele takken veel hoger boven de rest van de takken uitgroeien.
Kies een lange tak of de middelste stam en tel even vanaf de bovenste punt een stuk of vier tot vijf plekken waar zijtakjes groeien. Pak de stam of tak op die plaats tussen je duim en wijsvinger en druk hem met een rollende beweging voorzichtig beurs. De stam moet een beetje zacht worden zodat je hem kunt knakken zonder hem te breken. Laat de tak na het knakken in een rechte hoek hangen, hij zal snel weer herstellen. Herhaal het trucje bij alle takken op dezelfde hoogte en buig de takken steeds van het midden van de plant naar buiten. Kijk op het filmpje om te zien hoe het moet.
Scroggen is wanneer je je wietplant langs een horizontaal rek laat groeien. Hierdoor wordt een wietplant heel breed en krijgt het later heel veel groeipunten waar in de bloeifase wiet aan groeit. Door een wietplantje te scroggen kun je ervoor zorgen dat er veel meer wiet aan komt.
Om je wietplant te scroggen, moet je haar eerst één of twee keer toppen zodat het lekker veel takken heeft. Top je wietplant bijvoorbeeld wanneer het vier nodes op de stam heeft, en top alle nieuwe takken daarna nog eens wanneer die allemaal een nieuwe node hebben. Je plant heeft dan ongeveer 12 groeipunten.
Vervolgens kun je het rek aanbrengen. Hiervoor kun je het beste een stuk gaas kopen in het tuincentrum. Maak het stuk gaas met tie-wraps vast aan een paar stokken die je in de aarde prikt, en zorg ervoor dat het gaas een paar centimeter boven de plant zit. Op het plaatje hieronder zie je hoe dat er ongeveer uitziet.
Nu het rek stevig boven je wietplant vastzit, kun je met het scroggen beginnen. Hiervoor moet je elke tak steeds wanneer die ongeveer 10 centimeter boven het rek uitgroeit, aan het rek vastbinden. Soms kun je een tak gewoon onder het rek door vlechten maar je kunt ze ook losjes aan het rek vastbinden met een stukje binddraad uit het tuincentrum.
Wanneer je op deze manier alle takken steeds opnieuw blijft vastbinden aan het rek, zal je wietplant er aan het einde van de groeifase ongeveer zo uitzien: het scroggen zorgt voor enorm veel groeipunten!
Omdat de groeifase best lang duurt, lopen wietplanten soms ook gevaar. Ze kunnen aangevreten worden door slakken of bladluizen en als het hard waait, kunnen takken afbreken. Het is een goed idee om je wietplant hiertegen te beschermen.
Vooral wanneer een wietplant nog klein is, zijn slakken een gevaar. Als ze te veel blaadjes opeten kan je wietplant dood gaan. Bij de doe-het-zelf winkel kun je kopertape zoals op het plaatje hieronder kopen, om rond de pot van je wietplant te plakken. Slakken kruipen niet graag over deze kopertape en kiezen dan liever een andere plant om op te eten. Ook helpt het om de tuin eens goed op te ruimen en het gras te maaien. Slakken verstoppen zich namelijk graag in de schaduw onder rommel en blaadjes in de tuin.
Rond juni en juli wordt het heerlijk warm; goed voor je wietplant maar ook voor bladluizen. Let op dat je wietplant in deze periode niet in de buurt van een mierennest staat. Mieren dragen bladluizen namelijk graag je wietplant in omdat ze van de zoetigheid snoepen die bladluizen uitscheiden. Zie je een mierennest, haal je wietplant dan weg of giet kokend water in het nest. Zie je groene of zwarte bladluizen in je wietplant, probeer ze er dan af te spoelen met koud water. Let vooral op met autoflower wietplanten want die bloeien in deze periode.
Van regen heeft je wietplant in de groeifase nog niet zoveel te vrezen maar storm kan wel veel schade aanbrengen. Bescherm je wietplant daarom door de takken te ondersteunen. Wietplanten in potten kun je het best beschermen door de takken aan stokken te binden die je stevig in de aarde prikt. Grote wietplanten die in de grond van je tuin staan bescherm je het best door er een net overheen te spannen én de takken met stokken te verstevigen. Tuingaas rond de pot is ook een hele goede manier om wietplanten in potten tegen de wind te beschermen.