30% meer opbrengst door wietplanten te snoeien?
Plantentraining: 30% meer wiet oogsten (ten opzichte van ongetrainde wietplanten) door de juiste bladeren op het juiste moment te snoeien.
Welkom bij het tweede deel van deze speciale serie over het kweken van je eerste medicinale wietplant. In deze aflevering gaan we je vertellen hoe en wanneer je een wietzaadje het beste kunt laten ontkiemen, zodat je in de zomer buiten zelf je eigen medicinale wiet kunt kweken.
Hallo en leuk dat je weer achter het scherm zit voor het tweede deel van deze serie over wiet kweken voor beginners. Vorige week hebben we het over de genetica gehad, oftewel het zaad waar het leven van je eerste wietplant mee begint. Als je dat eerste deel hebt gemist, dan kun je dat via deze link alsnog lezen, zodat je het juiste wietzaad kunt bestellen om over een paar maanden buiten te laten ontkiemen.
In dit tweede deel zullen we je vertellen hoe je je eerste wietzaadje kunt laten ontkiemen, zodat dat altijd goed gaat. Met het ontkiemen moet je echter nog wel even wachten, want nu is het buiten nog te koud voor wietplanten. Pas halverwege mei, traditioneel rond IJsheiligen is het buiten warm genoeg om wietzaden te laten ontkiemen.
IJsheiligen is op 11, 12 en 13 mei. Het begrip IJsheiligen komt uit de bijbel; het gaat over de ‘heiligen’ Pancratius, Servatius en Bonifatius. Iedere heilige heeft zijn eigen dag. Belangrijk om te onthouden is dat het na 13 mei waarschijnlijk niet meer gaat vriezen buiten. Door pas na IJsheiligen te beginnen kun je er dan ook helemaal zeker van zijn dat je wietplant buiten niet meer stuk vriest na het ontkiemen.
Ontkiemen is simpelweg het laten uitkomen van een zaadje. Jouw wietzaad moet natuurlijk ook ontkiemen om een plant te kunnen worden. Daar heeft een wietzaadje alleen wat water, warmte en een paar dagen de tijd voor nodig. De makkelijkste en beste manier om wietzaden te laten uitkomen is in een plastic zakje.
Ontkiemen in een plastic zakje gaat altijd goed en is erg makkelijk en leuk om te doen. Al na een dag of twee kun je, wanneer je het zakje tegen het licht houdt, het allereerste worteltje zien zitten. Haal in de supermarkt dus even wat hersluitbare plastic diepvrieszakjes, en wat ongebleekte koffiefilters, want dat heb je nodig bij deze manier van ontkiemen.
Uit het tuincentrum heb je verder een zakje potgrond nodig en kleine plantenpotjes van een centimeter of 6 breed. Het is belangrijk dat er gaatjes onder in de potjes zitten, zodat wanneer je per ongeluk wat te veel water geeft, dat onder weer uit het potje kan lopen. Zulke gaatjes noemen we drainage gaten.
We gaan drie wietzaden ontkiemen, zodat we er zeker van zijn dat we straks in ieder geval één gezonde wietplant hebben. Daarnaast verkopen zadenbedrijven wietzaadjes meestal per drie of vijf, dus je hebt als het goed is toch een paar zaden over. Als je een plant te veel hebt dan kun je die altijd nog weggeven.
Wanneer je alle benodigdheden bij elkaar hebt, pak je een plat bord uit de kast en maak je een van de bruine papieren koffiefilters nat onder de kraan. Leg het natte filter op het bord en vouw het open. Verspreid de drie wietzaadjes over het opengevouwen natte filter en vouw hem weer dicht zodat de zaadjes tussen twee laagjes nat papier zitten.
Stop het natte filter met daarin de wietzaden in het plastic diepvrieszakje, en hang het met een plakbandje op aan de binnenkant van een kastje, zodat het in het donker hangt. Ontkiemen gaat namelijk het beste in het donker, net als in de natuur waar de zaden onder de grond ontkiemen.
Na twee dagen kun je kijken of je zaadjes zijn uitgekomen, door het zakje tegen het licht te houden. Je ziet dan een soort staartje uit ieder zaadje komen. Dat staartje is het allereerste worteltje. Het is belangrijk dat het worteltje meteen in de grond gestopt wordt zodra je het kunt zien. Je zaadje heeft namelijk ook voedingsstoffen nodig om te groeien, en die zitten in de grond. Laat de wortels daarom nooit langer worden dan een centimeter of twee voordat je ze in de grond zaait.
Vul dus drie potjes met aarde en giet daar alvast een klein beetje water op. Maak met een stokje of de achterkant van een theelepeltje alvast een klein gaatje in het midden in de grond. Pak nu voorzichtig het bruine filterpapier met de zaadjes uit het plastic zakje, en leg het weer even op een bord. Vouw het open en pak één voor één de zaadjes op. Dit gaat het makkelijkst met een theelepeltje. Als je het worteltje over de rand van het theelepeltje laat hangen kun je het gemakkelijk daarmee in de aarde laten zakken.
Zorg ervoor dat het worteltje in de aarde zit, maar je de bovenkant van het zaadje nog wel kunt zien. Zet de potjes met de gezaaide zaadjes voor het raam, of buiten in het zonnetje. Let wel op dat de aarde niet uitdroogt als je het buiten in de zon en wind zet. Misschien moet je het de eerste dag nog even afdekken met wat vershoudfolie. Het zaadje gaat meteen groeien en binnen een paar dagen heb je een klein wietplantje. Zo’n jong wietplantje noemen we een zaailing.