Cannabis microdoseren (+5 tips) tegen depressies
In kleine hoeveelheden kan cannabis een groot effect hebben op neerslachtige gevoelens of depressiviteit. Ontdek de voor- en nadelen en lees onze 5 tips over cannabis microdoseren.
Onderzoekers hebben grote vooruitgang geboekt bij het ontdekken hoe medicinale cannabis werkt in het lichaam. Een hele goede zaak, maar helaas is het voor veel patiënten nog steeds niet helemaal duidelijk of, hoe, in welke vorm en dosis mediwiet kan bijdragen aan de gezondheid. Dit artikel helpt je om hierin duidelijkheid te creëren.
Om helder te krijgen hoe mediwiet werkt, moeten we eerst kijken naar de biologische beschikbaarheid van cannabis, kortweg de biobeschikbaarheid. Dit is een farmaceutische term die aangeeft in welke mate de werkzame stoffen van een medicijn beschikbaar komen op de plaats waar deze stoffen nodig zijn in het lichaam.
Laten we het begrip ‘biobeschikbaarheid’ eerst eens bekijken bij een simpele aspirine.
Als je bijvoorbeeld één tablet paracetamol van 500 milligram inneemt, gaat die eerst naar je maag waar het actieve ingrediënt wordt verteerd. Vervolgens gaat het door naar de lever, waar het een interactie aangaat met allerlei enzymen. Hierdoor wordt een deel van de werkzame stoffen gedeactiveerd of zelfs vernietigd. Tegen de tijd dat het goed en wel de bloedbaan bereikt, is ongeveer 315 mg, ofwel 63 procent, van de werkzame stoffen overgebleven.
Dit is een berekening op basis van een gemiddeld persoon in normale omstandigheden. Er zijn namelijk nog enorm veel variabelen die invloed hebben op de uiteindelijke effectieve hoeveelheid.
Van invloed is bijvoorbeeld of de lever nog meer aan het verwerken is tijdens het verwerken van de paracetamol. En ook allerlei andere lichaam-specifieke factoren zoals geslacht en algehele conditie zijn van grote invloed.
Ontwikkelaars van geneesmiddelen houden hier zoveel mogelijk rekening mee bij het schrijven van de bijsluiter. En ook medische professionals worden getraind in het berekenen van de biobeschikbaarheid van medicijnen.
Bij medicinale cannabis is dit helaas nog niet zo vergevorderd. Dat komt omdat de medische wetenschap nog maar relatief kort geleden het endocannabinoïden-systeem heeft ontdekt; dit is het systeem in ons lichaam waar medicinale cannabis mee samenwerkt.
We beschikken dus helaas nog niet over bijsluiters waarin de dosering werkzame stoffen in cannabis, cannabinoïden genoemd, wordt omschreven.
Maar gelukkig kunnen we met alles wat we tot nu toe weten over cannabis wel een nuttige leidraad creëren.
MEER LEZEN: De cannabinoïden brochure – complete werking van mediwiet uitgelegd
Als we weten hoe cannabinoïden uit cannabis zich in het lichaam gedragen, kunnen we ook wat wijzer worden over de biobeschikbaarheid ervan.
Cannabinoïden uit cannabis werken over het algemeen als signaalboodschappers die het lichaam binnenkomen en binden aan bepaalde receptoren. Dit zijn ontvangertjes die gevoelig zijn voor de specifieke boodschappen van cannabinoïden.
Als de boodschap is overgebracht, zetten ze een reeks gebeurtenissen in gang, zoals veranderingen in eiwitconcentraties en in onze spijsvertering. Uiteindelijk ontstaan hierdoor allerlei fysiologische veranderingen in het lichaam.
Fysiologie is een mechanisme in het lichaam dat voor een groot deel verantwoordelijk is voor onze gezondheid. Het houdt zich bezig met de werking van het lichaam en dan met name de normale en gezonde werking van al je organen.
Hoe groot deze fysiologische effecten zijn, hangt af van het aantal signaalstofjes dat het lichaam bereikt en hoe goed ze aansluiten op de receptoren.
Dit klinkt allemaal misschien nog erg abstract. Laten we het daarom wat concreter maken.
Als een medicinaal cannabisproduct wordt gelabeld met bijvoorbeeld 5 procent THC, dan wil je eigenlijk graag weten hoeveel van die 5 procent een interactie aangaat met het doelwit in jouw lichaam: de cannabinoïde-receptoren.
Want pas als we de biobeschikbaarheid weten, ofwel de hoeveelheid van het cannabisgeneesmiddel dat wordt opgenomen, dan helpt dat ons om de verwachte effecten te voorspellen, zoals verminderde pijn of verbeterde slaap.
Om deze effecten beter te kunnen voorspellen, is het belangrijk om twee basisbegrippen te begrijpen. Eerst gaan we kijken in welke samenstelling cannabinoïden in het lichaam kunnen komen en in deel twee van dit artikel zoomen we in op de verschillende methodes waarmee cannabinoïden in het lichaam kunnen komen.
Als we kijken naar de samenstellingen waarin cannabinoïden in het lichaam kunnen komen, zijn er drie soorten te onderscheiden:
Het is goed om te erkennen dat er een groot verschil zit tussen deze drie soorten. Neem bijvoorbeeld een product met 20 procent pure THC, een product met 20 procent THC in een THC/CBD-mengsel en een gedroogde cannabis-top die is gelabeld als een soort met 20 procent THC.
Hoewel je zou denken dat THC in alle drie de gevallen hetzelfde effect veroorzaakt, is het tegendeel waar. Dat komt omdat deze drie varianten niet dezelfde bio-equivalentie hebben. Bio-equivalentie is een term die wordt gebruikt als twee geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof met elkaar worden vergeleken.
Bij het pure product zal de THC een interactie aangaan met een specifiek type receptor in het lichaam. Bij het mengsel en bij de cannabis-top is er echter sprake van meerdere werkzame cannabinoïden dan alleen THC die tezamen een synergetisch effect veroorzaken dat men ook wel het ‘entourage-effect’ noemt. Dit houdt in dat alle werkzame bestanddelen gaan samenwerken waardoor een andere respons ontstaat dan die van de gezuiverde THC.
MEER LEZEN: Het entourage-effect; hoe cannabinoïden samenwerken
(tekst gaat verder onder de foto)
Naast de samenstelling van de cannabinoïden in het medicinale cannabisproduct is ook de toedieningsmethode van grote invloed op het effect.
Dat heeft ten eerste te maken met verhitting. Bij veel toedieningsmethodes wordt verhitting gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan verdampen in een vaporizer of het roken van een joint of bong.
Om dit uit te leggen kijken we nu vooral naar de cannabis-top met 20 procent THC. Die zal namelijk vooral een aanzienlijke hoeveelheid THCA bevatten. Dit is de primaire, niet-psychoactieve cannabinoïdezuurvorm van THC die pas na verhitting wordt omgezet in THC; een proces dat decarboxyleren heet. Door dit proces verandert de werking en het effect van cannabis.
Er is dus een wezenlijk verschil tussen cannabisplantmateriaal dat door middel van een vaporizer wordt toegediend, en cannabis dat rauw in een smoothie is verwerkt. In het eerste geval zorgt verhitting voor het omzetten van THCA naar THC, in het tweede geval gebeurt dat niet.
Bovendien gaat tijdens het verbrandingsproces bij roken in een joint of pijpje tot wel 70 procent van de cannabinoïden verloren voordat ze het lichaam bereiken. Bij verdampen bereikt juist 70 tot 80 procent van de cannabinoïden het lichaam.
Als je medicinale cannabisproducten eet wordt het weer een ander verhaal. Er vanuitgaande dat de cannabis is gedecarboxyleerd, moeten de cannabinoïden eerst het hele maag-darmstelsel doorlopen voordat ze de bloedbaan bereiken. En eenmaal in de bloedbaan doet ook de lever nog verwoede pogingen om de werkzame stoffen af te breken. Desondanks is het effect via eetbare cannabisproducten doorgaans sterker en houdt het langer aan.
Om een inschatting te kunnen maken over het effect van medicinale cannabis weten we op dit moment dus twee belangrijke dingen.
Daarnaast is er nog een uitdaging die van toepassing is op veel medicinale cannabisproducten in binnen- en buitenland. En dat is onnauwkeurige informatie op het etiket.
Een onderzoek dat in 2017 plaatsvond onder leiding van Dr. Marcel O. Bonn-Miller ontdekte dat slechts een derde van de CBD-extracten die online worden verkocht, nauwkeurig wordt geëtiketteerd. Grote aantallen producten die hij onderzocht bevatte significant meer of aanzienlijk minder CBD dan op het etiket stond vermeld. Deze studie gaf ook aan dat verdampingsvloeistoffen het meest vaak incorrecte informatie bevatten.
Helaas is dit in Nederland niet veel anders. Televisieprogramma Radar onderzocht in 2017 een aantal merken CBD-olie en concludeerde dat de percentages op de etiketten lang niet altijd worden waargemaakt. Hoewel er vraagtekens gezet worden bij de intentie van Radar, sluit dit wel aan bij de conclusie van Bonn-Miller.
De oplossing voor dit probleem zit in goede, gestandaardiseerde testmethoden voor cannabisproducten. Maar terwijl er allerlei regels en voorschriften zijn voor laboratoriumtests, is er helaas nog weinig gestandaardiseerd voor het testen en labelen van cannabis en medicinale cannabisproducten.
Zo kan het dus gebeuren dat twee identieke monsters die in twee onafhankelijke laboratoria worden getest, resulteren in een verschil van 23 procent in de inhoud, zo blijkt uit dit rapport. Ter vergelijking rapporteren farmaceutische bedrijven een maximale afwijking van slechts 5 procent op het werkzame ingrediënt in producten uit dezelfde batch.
Dit alles wijst op het ontbreken van teststandaarden in de cannabisbranche, zo erkent ook Andrew Tan van Highlab; een nieuw cannabis testlab dat momenteel wordt opgezet in Leeuwarden.
“Cannabis testen staat nog in de kinderschoenen. Pas nu cannabiswetten wereldwijd aan het veranderen zijn, komt hier steeds meer aandacht voor”, aldus Tan tijdens een exclusieve open dag in het lab.
In Nederland probeert Highlab te zorgen voor zo’n gestandaardiseerd cannabis testproces zodat patiënten, cannabiskwekers, maar ook producenten en aanbieder van medicinale cannabisproducten weldra hun producten kunnen testen.
Want zodra de cannabiswereld beschikt over standaardisatie van productieprocessen en producttesten, evenals een goede regelgeving (die in Nederland en veel andere landen nog ontbreekt), zal dat tot meer nauwkeurigheid gaan leiden zodat patiënten hun medicijn veel beter kunnen doseren.
Binnenkort gaan we in deel II dieper in op een aantal gangbare toedieningsmethodes van medicinale cannabis en hun onderlinge verschillen.