(advertenties)
(advertentie)

Het is bekend dat het ervaren van chronische stress mensen kwetsbaar maakt voor depressie of angst. Een nieuwe studie bij muizen suggereert dat cannabinoïde receptoren de reden kunnen zijn dat sommigen van ons meer veerkracht tonen bij zulke ‘overweldigende druk’.  De ontdekking kan invloed hebben op toekomstige behandelingen van de geestelijke gezondheid, stellen de Canadese onderzoekers.

De belangrijke functie van cannabinoïde receptor 1

Het onderzoek werd geleid door onderzoekers van de Universiteit van Laval in Canada. Hun studie is eind februari gepubliceerd in het wetenschappelijke vaktijdschrift Nature Neuroscience. 

Het toont aan dat muizen met een verhoogd gehalte aan cannabinoïde receptor 1 (CB1) op bepaalde hersencellen, significant minder gedrag vertonen dat geassocieerd wordt met angst of depressie – zelfs wanneer ze worden blootgesteld aan ‘chronische sociale stress’.

De resultaten doen neurowetenschappers veronderstellen dat CB1, de meest voorkomende cannabinoïde receptor in de hersenen, een beschermende rol kan spelen tegen twee van de meest voorkomende psychische aandoeningen.

Astrocyten en onze CB1 receptoren

CB1 kan worden geactiveerd door natuurlijke neurotransmitters in het lichaam óf door cannabis en speelt – naast vele andere cruciale lichaamsfuncties – een fundamentele rol bij stressreacties.

De bevindingen impliceren niet noodzakelijkerwijs dat cannabis als medicijn de hersenen kan beschermen tegen chronische stress, maar de onderzoekers zeggen wel dat het de mogelijkheid suggereert om soortgelijke maar meer gerichte moleculen uit te proberen in toekomstige medicijntesten.

“De uitdaging is echter om hun effecten te beperken tot astrocyten, omdat sterke en langdurige activering van dezelfde receptoren in neuronen bijwerkingen kan hebben, met name op alertheid, angst en eetlust”, legt neurowetenschapper Caroline Ménard uit, die het lab in Laval leidt.

De meeste CB1 receptoren in de hersenen werken op neuronen, maar sommige van deze triggers worden ook aangetroffen op niet-neuronale cellen die astrocyten worden genoemd. Astrocyten zijn de meest voorkomende cellen in het centrale zenuwstelsel en zijn recentelijk naar voren gekomen als belangrijke regulatoren van cognitieve functies.

Hoe astrocyten ‘voetjes’ helpen bij het creëren van een bloed-hersenbarrière…

Hoe astrocyten en CB1 receptoren (samen)werken

De ‘voetjes’ van deze stervormige cellen drukken tegen de bloedvaten in de hersenen en vormen zo een beschermende barrière waar alleen bepaalde moleculen doorheen kunnen stromen. Volgens de nieuwe experimenten op muizen spelen CB1 receptoren een cruciale rol bij het in stand houden van de integriteit van deze bloed-hersenbarrière.

Eerdere studies hebben aangetoond dat chronische stress bij muizen de bloed-hersenbarrière beschadigt, waardoor ontstekingen in de hersenen toenemen en de dieren zich depressief gaan gedragen. Als de bloed-hersenbarrière echter intact wordt gehouden, vermindert het depressieve gedrag, waaronder sociale vermijding, anhedonie (verminderd vermogen om plezier of genot te ervarenen) en angst.

“Het viel ons op dat muizen die bestand waren tegen stress meer CB1-receptoren in de barrière hadden dan muizen met depressief gedrag of muizen die niet aan stress waren blootgesteld,” legt Ménard uit. “Dat bracht ons op het idee om de rol van astrocytaire CB1-receptoren in de reactie op chronische stress te onderzoeken.”

Ontstekingen, bloed-hersenbarrière en angst/depressie

Ménard en haar collega’s induceerden in sommige muizenhersenen een overexpressie van CB1-receptoren op bepaalde astrocyten. Hierdoor toonden de onderzoekers aan dat ze ontstekingen in de hersenen konden verminderen, de integriteit van de bloed-hersenbarrière konden behouden en symptomen van angst en depressie konden tegenhouden.

En dat gaat ook op wanneer ze dagenlang ‘sociaal werden lastiggevallen door agressieve muizen’. Muizen die genetisch waren veranderd, zodat ze de genen voor deze receptor misten, waren echter zeer gevoelig voor stress.

Opvallend is wel dat lichaamsbeweging ‘een opmerkelijk vergelijkbaar effect had als de overexpressie van CB1-receptoren’.

Overzicht van waar de cannabinoïde receptoren (CB1 en CB2) zich bevinden in het menselijke lichaam en hoe ons lichaamseigen endocannabinoïde systeem werkt.

Ook bij depressieve mensen spelen CB1 receptoren op astrocyten een rol

De onderzoekers veranderden alleen de CB1 expressie in twee hersengebieden waar de bloed-hersenbarrière het meest kwetsbaar lijkt voor stress: de nucleus accumbens – geassocieerd met beloning en stemmingsregulatie – en de prefrontale cortex – geassocieerd met sociaal gedrag, besluitvorming en executieve functies.

Bij het onderzoeken van postmortale menselijke hersenen, zegt Ménard dat zij en haar team, waaronder hoofdauteur Katarzyna Dudek, ontdekten dat het niveau van CB1 receptoren op astrocyten in deze delen van de hersenen “lager was bij mensen met een ernstige depressie op het moment van overlijden dan bij mensen zonder depressie of mensen die behandeld werden met antidepressiva”.

Meer onderzoek noodzakelijk (en tot die tijd: bewegen)

Dit valideert de diermodellen, maar er is meer onderzoek nodig voor een breder beeld. De auteurs hebben slechts één marker van ontsteking in de hersenen gemeten, wat de complexiteit van het endocannabinoïde systeem niet volledig weerspiegelt.

“Totdat we een molecuul vinden dat specifiek inwerkt op CB1-receptoren in astrocyten, kunnen we de negatieve gevolgen van stress verzachten door te profiteren van het beschermende effect van lichaamsbeweging,” zegt Ménard dan ook tot slot…

[Beeld: Shutterstock]