Hardnekkige onzin over cannabis ‘ontmanteld’
Jarenlang werd er een hoop onzin over wiet verkondigd, die de wetenschap inmiddels allang heeft achterhaald. Tijd om deze onzinverhalen over cannabis te ontmantelen.
Dat cannabis al eeuwenlang bekend is in Nederland, bewijst ‘Den herbarius in dyetsche’, een kruidenboek dat in 1484 verscheen. De cannabisplant wordt er uitgebreid in beschreven, inclusief de medicinale werking. Wat staat er precies over cannabis in dit eeuwenoude boek en wat betekent het?
Wie zich verdiept in oude Nederlandse teksten, komt er al snel achter hoe onze taal in de loop der eeuwen is veranderd. Dat geldt ook voor ‘Den herbarius in dyetsche’ dat in 1484 werd gedrukt en geldt als het eerste herbarium of kruidenboek in de Nederlandse taal. Het boek is een zogenaamde incunabel of wiegendruk, wat betekent dat het vóór 1501 in Europa gedrukt is met losse letters. Boeken uit de babytijd van de boekdrukkunst.
Den Herbarius is samengesteld, vertaald en gedrukt door Jan Veldener, een Duitser die het vak leerde in Keulen en daarna zijn eigen drukkerij oprichtte in Leuven. Vanwege onrust in die stad week hij in 1477 uit naar Utrecht en later naar Kuilenberg, dat we tegenwoordig kennen als Culemborg. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij zijn kruidenboek daar geproduceerd. De Radboud Universiteit Nijmegen heeft dit unieke werk volledig online gezet: klik hier om het door te bladeren.
Veldener vertaalde het ‘Herbarius Latinus’, samengesteld en gedrukt door Peter Schöffer, die zich baseerde op diverse oudere kruidenboeken. Deze Schöffer had de boekdrukkunst geleerd van de uitvinder zelf; hij werkte in 1455 in het atelier van Johannes Gutenberg in Mainz. Hij kreeg echter mot met de baas, getuigde zelfs tegen hem in een rechtszaak en begon met een andere ex-werknemer, Johann Fust, een eigen drukkerij in Mainz. Zijn kruidenboek staat daarom ook bekend als ‘Herbarium moguntinus’: Het kruidenboek uit Mainz.
Opmerkelijk genoeg verschenen zowel het Latijnse origineel van de Herbarius als de Nederlandse vertaling van Veldener in 1484. Beide boeken bevatten afbeeldingen en beschrijvingen van 150 planten. Het werk is bedoeld als ‘aggregator practicus de simplicibus’, een praktisch verzamelwerk voor wie eenvoudige geneesmiddelen wil gebruiken.
Op pagina 128 van de Nederlandse editie begint de tekst over ‘Kemp of canapus’ en staat ook de houtgravure van de plant, die als twee druppels water lijkt op die in het Latijnse origineel.
De cannabisplant heeft in onze streken vele namen gekend, waaronder hennep, kemp en kennip. Mannelijke planten werden kempmanneke of kemphaan genoemd, vrouwelijke planten kempwijfken of kemphin. Veldener gebruikt de woorden kemp, kêp, canapus en canabs in zijn Herbarius.
Hieronder volgt de volledige tekst, eerst in de oorspronkelijke ‘dyetsche’ versie, daarna vertaald naar modern Nederlands.
‘Kemp of canapus of canabs es heet ende droge in den IIden graet.’
Hennep of Cannabis of canabsis is heet en droog in de tweede graad.
Toelichting: In de middeleeuwen geloofde men in de ‘samengesteldheid’ van het menselijk lichaam. Dit idee gaat terug op de Griekse filosoof Empedocles van Agrigentum en zijn elemententheorie, die stelt dat alle materie bestaat uit één van de vier elementen: aarde, lucht, vuur en water. Deze elementen zijn respectievelijk droog, koud, warm en nat, de zogenaamde primaire kwaliteiten. Die kwaliteiten werden met graden aangegeven, in het geval van cannabis warm en droog in de tweede graad.
‘Dat saet droeghe sterkeleeck ende es van meerder macht dant cruyt.’
Het zaad verdroogt sterk en is van grotere kracht dan het kruid.
Toelichting: Zoals we nu weten, is dit een misvatting. De meest werkzame stoffen bevinden zich in de bloemen van de vrouwelijke cannabisplant, al hebben de zaden een grote voedingswaarde.
‘Het heet int gheraeijn kepsaet, hebbende macht te verteren de opblaesinghe en winde, daerom eeft nut ghegeven in de watersucht uijt couder saken.’
Het heet normaal kempzaad en heeft de kracht om de oprispingen en winden te verteren, daarom is het goed om dit te geven in de waterzucht die uit koude zaken komt.
Toelichting: Waterzucht uit koude zaken noemen we tegenwoordig oedeem of vochtophoping. En hennepzaad eten helpt dus tegen scheten laten.
‘Alst sap des kemps te veel gheeten wort, so droghet sperma.’
Als het sap van hennep te veel gegeten wordt dan verdroogt dit het sperma.
Toelichting: het woord sperma is in 538 jaar geen letter veranderd. De populaire mythe dat cannabisgebruik leidt tot onvruchtbaarheid vindt mogelijk hier haar oorsprong.
‘Sommege doent sap uijt ghedouwen int oore ende het gheneest boer pijne sterceleck Serapio.’
Sommige doen het uitgeduwde sap in de oren wat hun pijn zeer vermindert, Serapio.
Toelichting: Serapio verwijst naar Serapion de jongere, auteur van een boek over geneeskundige planten uit de twaalfde of dertiende eeuw.
‘Als de wortel van kemp met die wortel van malven ende nach scaije ghesoyen wor mannier van plaesteren so es sij goet op heete apstonien.’
Als de wortel van hennep met de wortel van malve en nachtschade kookt en als een soort pleister gebruikt dan is het goed op hete blaren.
Toelichting: Malve is malva, ook bekend als grootkaasjeskruid. Het wordt al sinds de oudheid gebruikt als geneesmiddel en groente. Nachtschade is lastiger, want het verwijst naar een hele categorie planten. Waarschijnlijk gaat het hier om bitterzoet (solanum dulcamara) en/of zwarte nachtschade (solanum negrum), want dat zijn de enige nachtschadesoorten die horen tot de inheemse flora van Nederland.
‘Die scorse van kemp es goet om coerden oft selen af te maken.’
De schors van hennep is goed om er koorden of zeilen van te maken.
Toelichting: Een waarheid als een koe: hennep produceert de sterkste natuurlijke vezels in het plantenrijk en wordt al millennia gebruikt voor touw, zeilen, textiel en papier.
‘Olie van kemp van herder ende gheender cracht heeft macht te droghen ende te vochticheyen der ooren als sij daer in ghadrupt wort.’
Olie van hennep is harder en zonder kracht, het heeft de kracht om de oren te drogen en te bevochtigen als het daar in gedruppeld wordt.
Toelichting: Het gaat hier om zogenaamde natte oorontsteking, met pus uit de oren. Het is zeer onwaarschijnlijk dat Veldener of Schöffer wisten hoe je wietolie kon maken met behulp van bijvoorbeeld alcohol-extractie of hoe belangrijk decarboxyleren is.
‘Dat sap van kempsaije ghebeesicht maeckt hoeftsweer.’
Als je het sap van hennepzaad gebruikt krijg je hoofdpijn.
Toelichting: Dit klopt natuurlijk niet: hennepzaadolie is zeer voedzaam en je krijgt er geen hoofdpijn van.
‘Tegen de scellinge van den hoije ende om dat haer lanck te maken, siedt de blaijeren van kempe met agherhande in loeghen daer me waschet hoeft.’
Tegen roos van het hoofd en om je haar lang te maken, kook de bladeren van hennep met averone in loog waarmee je het hoofd wast.
Toelichting: Averone kennen we tegenwoordig als alsem, Latijnse namen Artemisia campestris (duinaveruit) en Artemisia abrotanum (citroenkruid). Het proberen waard als je last hebt van roos of tegenvallende haargroei. Baat het niet, dan zal het niet schaden.
‘Dat voetsel van kemp en es niet bequaem der maghen, want het es hert te verteren.’
Het voedsel van hennep is niet goed voor de maag want het is slecht te verteren.
Toelichting: De vraag is het of hier gaat om het eten van de zaden of van de plant zelf. Dat laatste gebeurt tegenwoordig onder de naam ‘raw juicing’. Hier lees je er meer over.
‘Kempsaet verdrijft de winden.’
Hennepzaad verdrijft de winden.
Toelichting: Blijkbaar een nijpend probleem in de vijftiende eeuw, want dit heilzame effect van hennepzaad wordt twee keer genoemd. Voor zover bekend wordt deze claim niet ondersteund door klinisch onderzoek.
‘Dat sap van al den crude op de wonden ghedae verdrijft de pine der wonden.’
Het sap van het gehele kruid dat op de wond gedaan wordt verdrijft de pijn van de wonden.
Toelichting: Lees voor sap zalf of crème en deze claim klopt.
‘Sijarupo acetola vâ zuker nae ghebruyking des kêps ghenome, verdrijft dat letsel dat van die eeting des kêps blijft.’
Zuringssiroop van suiker dat na gebruik van hennep wordt genomen, verdrijft het letsel dat na het eten van hennep over blijft.
Toelichting: De bittere zuringplant werd al door de Egyptenaren en Romeinen gebruikt om de spijsvertering te verbeteren en constipatie te verhelpen. De Romeinse dichter Horatius raadde zuring overgoten met witte wijn aan tegen… winderigheid.
‘Kêp es seer oproekende ten hersenen waert, waer uijt den hoeftsweer compt. Syrupus acetosus de sukaro verdrijft sulck letsel, daerom es hi daer teghen goet.’
Hennep trekt zeer op naar de hersens waardoor er hoofdpijn komt. Zuringsiroop van suiker verdrijft zulk letsel, daarom is het daar tegen goed.
Toelichting: Wordt hier misschien de psychoactieve werking van cannabis bedoeld? Het zou zomaar kunnen. Let wel: het roken van tabak is pas in de zestiende eeuw in gebruik geraakt in het westen. De Herbarius verscheen in 1482, tien jaar voordat ene Christoffel Columbus met zijn schip op de Bahama’s landde. Anderzijds: ook anno 2020 weten we dat een simpele dosis suiker een probaat middel is tegen een te sterk high of stoned effect. Zoete thee, frisdrank, snoep of desnoods zoete zuringsiroop.
‘Teghe heete apstonie van colera (dats erisipilla): Maeckt van die sieding deser wortel ende dees saets met ceruzen en olien van roesen een plaester.’
Tegen hete blaren van rode gal (dat is erisspilla): Maak van het kooksel van deze wortel en zijn zaad, met loodwit en oliën van rozen een pleister.
Toelichting: Rode gal noemen we tegenwoordig cholera. In de middeleeuwse geneeskunde werden vier lichaamssappen of ‘humores’ onderscheiden die de gezondheid en het temperament van ieder mens zouden bepalen: slijm, bloed, gele gal en zwarte gal. Dit idee komt van de aloude Hippocrates van Kos, de grondlegger van de westerse geneeskunde. Loodwit is een loodverbinding die als wit pigment werd gebruikt in de middeleeuwen. Het is giftig, dus gebruik is absoluut af te raden.
‘Als dat sap van kêpsaet in spisen gheete wort, so doeghet de mage die ter pine gheneycht es pine hebben, het doet oecq quade humoren op rupsenen. Maer dijaciminum, dat die winden verteert, es daer tege goet.’
Als het sap van hennepzaad in het eten gegeten wordt dan laat het de gevoelige maag pijn hebben, het laat ook kwade levenssappen opbruisen. Maar sap van komijn, dat die winden verteert, is daar tegen goed.
Toelichting: Daar zijn de levenssappen weer. Gelukkig niks wat niet met een beetje komijn sap te verhelpen is.
Toen ‘Den herbarius in dyetsche’in 1482 verscheen, zou het nog 471 jaar duren voordat bezit en gebruik van cannabisproducten in Nederland verboden zou worden in de Opiumwet. Het kruidenboek beleefde door de opkomst van de boekdrukkunst vanaf 1500 een bloeiperiode. De illustraties werden mooier en gedetailleerder, de teksten accurater, al bleven er veel misvattingen bestaan, zeker over cannabis.
Het zou nog eeuwen duren voordat wetenschappers de cannabisplant echt gingen doorgronden. Pas in 1964 werd THC voor het eerst geïsoleerd en gesynthetiseerd, door Raphael Mechoulam in Israël. En we weten pas sinds de jaren negentig van de vorige eeuw dat elk mens over een endocannabinoïdensysteem beschikt en zelf cannabinoïden produceert.
Er loopt een directe lijn van de Herbarius van Jan Veldener uit 1482 naar Mediwietsite. Ze hebben allebei hetzelfde doel: praktische informatie verschaffen aan iedereen die eenvoudige geneesmiddelen wil gebruiken.
Wie meer wil weten over de oudste Nederlandse kruidenboeken en herbaria, kan ik de website Plantaardigheden aanbevelen en een boekje van de Kring voor de Geschiedenis van de Pharmacie in Benelux uit 1965.
Nog veel mooier en veelomvattender is het schitterende boek ‘De groene middeleeuwen: duizend jaar gebruik van planten (600-1600)’, dat in 2016 is verschenen bij uitgeverij Lecturis.