Combinatieteelt: goed voor jouw medicinale wietplanten

Wietplanten worden in de regel alléén gekweekt, dus zonder veel andere planten in de buurt. Toch is het een goed idee om er juist wel andere plantensoorten naast te zetten. Deze kunnen ongedierte namelijk afschrikken of weglokken, en zorgen soms ook voor goede voeding voor medicinale wietplanten. In dit artikel lees je welke gewassen goed met wietplanten samengaan, en waarom.

Permacultuur

Bij permacultuur worden natuurlijke grondstoffen gebruikt of nagebootst om de levensvatbaarheid van oogst(en) te verhogen. Combinatieteelt is een van de vele technieken die onder permacultuur vallen. Daarbij worden verschillende gewassen dicht bij elkaar geteeld om de kwaliteit en de productiviteit te verhogen. Het doel is een beter en schoner eindproduct door verbeteringen op het vlak van bestrijding van ongedierte, toediening van voedingsstoffen en het oogsten.

Bij permacultuur worden verschillende plantensoorten naast elkaar gekweekt. Foto: Ilya Karnaukhov

Milieuvriendelijker

Het gebruik van kunstmatige toevoegingen ter verbetering en bescherming van een gewas is een recente ontwikkeling in de teelt. Permacultuur daarentegen, is een onderdeel van de historie van de landbouw over de hele wereld. Het is een manier van kweken met eeuwenoude wortels, die sinds het begin van de 20ste eeuw weer in opkomst is.

De noodzaak voor organische, veilige en volledig natuurlijke gewassen wordt steeds groter. De cannabiswereld is wat dat betreft geen uitzondering, en zeker voor medicinale wiet is combinatieteelt een nuttige toevoeging. Monocultuur mag dan voor velen de normale situatie zijn, maar komt in de natuur helemaal niet voor.

Zelfs als je alle aandacht aan je planten besteedt, kun je ongedierte of ongunstige weersomstandigheden nooit voorkomen. In die gevallen heb je veel baat bij de juiste combinatieplanten in je kweekruimte of tuin. Er is een enorme variatie aan gewassen waarmee je kunt combineren. Het resultaat is een heel gevarieerde tuin en weerbare en beschermde wietplanten.

Een wietplant naast erwtenplanten, bloemen, klaver en andere bodembedekkers.

Gewassen die ongedierte weren:

Goudsbloem: Weert witte vlieg en andere insecten door middel van een chemische stof die in de grond en uiteindelijk ook in naburige planten wordt afgescheiden, waardoor deze bestand worden tegen insecten.
Digitalis of vingerhoedskruid: Trekt Dicyphus Hesperus aan, een insect dat helpt witte vlieg, bladluizen en spintmijt te bestrijden.
Verbascum of toortsen: zie vingerhoedskruid.
Koriander: Weert bladluizen en spintmijt.
Munt: Weert bladluizen. De menthol trekt ook nuttige insecten aan.
Knoflook: Weert bladluizen, slakken, Japanse kevers, wortelmaden en zelfs sommige dieren. Werkt ook als natuurlijk middel tegen schimmels.
Dille (of venkel, komijn en anijs): Weert spintmijt, bladluizen en rupsen door hun natuurlijke vijanden aan te trekken: wespen.
Basilicum: Weert allerlei insecten en slakken doordat de bladeren een insectenwerende stof afscheiden.
Balsemwormkruid: Weert motten.
Chrysanten: Bestrijden schadelijke insecten en aaltjes door de pyrethrine in de plant (een stof met insectenwerende eigenschappen).

Lokplanten voor nuttige insecten:

Zonnebloem: Trekt nuttige mijten en insecten aan die spintmijt, varenrouwmuggen en schildluis eten.
Duizendblad: Trekt sluipwespen en lieveheersbeestjes aan.

Een wietplant tussen de erwten, lavendel, Alyssum en andere bloemen. Foto: Brody O, Shutterstock

Planten die wietplanten voeden:

Alfalfa of luzerne: Zorgt voor stikstof. Kan worden gebruikt als stikstofrijke laag tijdens het kweken; snoei de planten en laat het plantenmateriaal op de grond liggen.
Komkommerkruid (of andere planten uit de smeerwortelfamilie): Zorgt voor extra voedingsstoffen. Planten uit de smeerwortelfamilie dienen als meststof door de vorming van voedingsstoffen en mineralen via hun diepe wortels. Daardoor zijn deze planten ideaal voor buitentuinen, hoewel sommige van deze planten ruimte nodig hebben omdat ze zich snel verspreiden. Net als luzerne kunnen deze planten worden gesnoeid en kan het plantmateriaal als bodembedekking worden gebruikt.
Klaver (microklaver, witte, rode en paarsrode klaver): Zorgt voor extra voedingsstoffen. Klaver zorgt op dezelfde manier als komkommerkruid voor extra voedingsstoffen (sporenelementen). Het verhoogt ook het stikstofgehalte in de grond: tijdens de afbraak van organisch materiaal komt stikstof vrij, die door andere organismen kan worden gebruikt. Bovendien beschermt de plant als levende bodembedekker de grond rond de cannabisplanten, en wordt de bewatering verbeterd doordat de plant met zijn ondiepe wortels water vasthoudt. Kies bij middelgrote plantenbakken voor binnen voor microklaver of witte klaver.
Hoornbloem: Zorgt voor extra voedingsstoffen. Dient als levende bodembedekker, kan worden gesnoeid en als mest worden achtergelaten.

Planten die de productiviteit verbeteren:

Kamille: Zorgt voor calcium en kalium. Deze stoffen komen bij afbraak vrij als voeding voor de cannabisplanten, die daardoor sterker worden en sterkere stelen ontwikkelen. Verhoogt ook de olieproductie van naburige planten en geeft zwavel af als natuurlijk middel tegen insecten.
Brandnetel: Verhoogt de olieproductie van naburige planten. Dit heeft een positieve invloed op de het THC-gehalte en terpenen van de cannabistoppen.
Duizendblad: Verhoogt de olieproductie van naburige planten. Voorkomt ook erosie door bescherming van de bovenste lagen.
Oregano (of marjolein): Verhoogt de productie van naburige planten. Trek ook nuttige insecten aan.

[openingsfoto: Canna Obscura, Shutterstock]