Video > THC versus CBD – Ken jij jouw wiet?
THC en CBD zijn veruit de bekendste werkzame stoffen in medicinale cannabis, maar welke effecten hebben deze twee cannabinoïden nu precies op lichaam en geest en wat als je ze door elkaar heen consumeert?
Cannabigerol (CBG) is na THC en CBD de meest voorkomende cannabinoïde in de cannabisplant. Het komt vroeg in de groeifase van de plant voor als CBGA, en wordt daarna grotendeels omgezet in andere cannabinoïden. Wat weten we over dit buitenbeentje onder de werkzame stoffen in cannabis, ofwel de ‘moeder-cannabinoïde’ CBG?
Cannabigerol (CBG) is een van de ruim 120 geïdentificeerde cannabinoïden die voorkomen in de cannabisplant. Net als veel andere cannabinoïden verschijnt CBG eerst als CBGA, cannabigerolzuur. Maar daarna gebeurt er iets bijzonders. CBGA wordt omgezet in andere cannabinoïden. Het is namelijk de precursor of voorloper van de drie belangrijkste cannabinoïden: tetrahydrocannabinolzuur (THCA), cannabidiolzuur (CBDA) en cannabichromeenzuur (CBCA).
Bijna alle CBGA wordt tijdens de groei- en bloeifase met behulp van enzymen in de plant omgezet naar andere cannabinoïden, in hun zure vorm. In een geoogste cannabisplant zit daardoor doorgaans ook maar ongeveer één procent CBGA. Door dit te decarboxyleren door hitte, bijvoorbeeld door roken, verdampen of bakken, wordt de CBGA omgezet in CBG.
LEES OOK: Wat is decarboxyleren?
Sinds een paar jaar proberen kwekers en veredelaars cannabissoorten te ontwikkelen met een hoger CBG-gehalte. ‘Chemisch is het de bouwsteen voor alle andere cannabinoïden’, schrijft Doug Fine over CBG in zijn meesterlijke boek ‘American Hemp Farmer’ (2020), ‘het is de broncode.’
De cannabinoïden-groep van het cannabigerol-type bevat namelijk zeven gerelateerde moleculen, waaronder CBG zelf. Naast CBG en CBGA zijn dat cannabigerovarine (CBGV), cannabinerolzuur A (CBNA), cannabigerovarinezuur A (CBNVA) en de monomethylesters van respectievelijk CBG en CBGA, CBGM en CBGAM.
Fine citeert in zijn boek trouwens Edgar Winters, hennepveteraan uit Oregon, die hem uitlegde: ‘Alle andere cannabinoïden komen uit deze ene voort. Dus als we daarvoor kweken en verdelen blijven we in the game, ongeacht naar welke andere cannabinoïden er vraag is op de markt.’
Een fascinerend artikel over cannabigerol op de website van zadenbank Sensi Seeds stelt dat ‘de neiging van bepaalde soorten naar een CBG-dominant chemotype (chemisch fenotype) in bepaalde regio’s’ wordt opgemerkt.
‘Het gaat dan meestal over soorten op grote hoogtes, waar hennepsoorten traditioneel domineren.’ Het CBG-gehalte in deze soorten zou op kunnen lopen tot boven de 90% (!), terwijl ze juist extreem weinig THC bevatten, ruim minder dan 0,15%.
Volgens de Amerikaanse cannabis expert Michael Backes zit er relatief veel CBG in Sweet Skunk en andere kruisingen die gebaseerd zijn op de originele Skunk #1 cultivar van David Watson, zoals Green Crack, Island Sweet Skunk en Shiva Skunk. Deze soorten hebben meestal ook een hoog gehalte ocimeen, een terpeen met een zoet en kruidig, houtachtig aroma, dat ook voorkomt in munt, mango’s, basilicum en peper.
Dutch Passion deed zijn reputatie als pionier eer aan door in 2020 als eerste zadenbedrijf een CBG-rijke soort op de markt te brengen: CBG-Force. Vanwege het extreem lage THC-gehalte is dit volgens het bedrijf ‘de eerste strain in onze collectie die wereldwijd als legaal zou kunnen worden beschouwd, net zoals legale hennep’.
Het cannabinoïden profiel is spectaculair te noemen:
CBG: 12,7%
CBD: 0,65%
CBN: 0,15%
THC: 0,08%
CBC: 0,17%
Een tweede mogelijkheid is extractie van CBG(A) door te oogsten als het CBG-gehalte op haar hoogtepunt is, zo’n zes tot acht weken na het begin van de bloeifase. Volgens de Amerikaanse cannabiswebsite Leafly produceert Bedrocan op deze manier hun CBD-rijke soort Bediol. Het Nederlandse bedrijf Cibdol heeft CBG-olie in het assortiment met op het etiket 5% CBG en 2,5% CBD.
Een bijzondere eigenschap van CBG is dat deze cannabinoïde vooral reageert met receptoren buiten het endocannabinoïde systeem (ECS), bijvoorbeeld in de ogen. Dat zou verklaren waarom CBG effectief is bij glaucoma, door verlaging van de interne oogboldruk.
LEES OOK: Het endocannabinoïde systeem (ECS) – een uitgebreide gids
Andere veelbelovende toepassingen van CBG zijn ontstekingsdarmziekte, de hersenziektes Huntington’s en Parkinson’s en kanker. Onderzoek met muizen, gepubliceerd in 2014, toonde aan dat CBG de groei van darmkankercellen en tumoren afremt.
Ander in vitro onderzoek leverde hoopvolle resultaten op bij toepassing van CBG tegen bacteriën, met name de multiresistente Staphylococcus aureus (MRSA) en om de eetlust op te wekken. Ook bij huidinfecties en bij overactiviteit van de blaas geeft gebruik van CBG positieve resultaten.
Net als CBD is CBG niet psychotropisch, je wordt er dus niet high of stoned van. Dit maakt de toepassingsmogelijkheden nog groter. Eén ding is zeker: we gaan in de toekomst nog veel horen over CBG!