Hardnekkige onzin over cannabis ‘ontmanteld’
Jarenlang werd er een hoop onzin over wiet verkondigd, die de wetenschap inmiddels allang heeft achterhaald. Tijd om deze onzinverhalen over cannabis te ontmantelen.
De effecten van cannabis worden voornamelijk geactiveerd door het endocannabinoïden-systeem. Daarvan wordt steeds meer duidelijk dat het samenwerkt met vele biologische activiteiten van het lichaam. Inclusief ons immuunsysteem, dat we juist nu zo hard nodig hebben.
Nog lang niet alles over de werking van wiet in relatie tot het afweersysteem van het lichaam is onderzocht. Wij zetten echter wel alvast op een rijtje wat er wel bewezen is en medicinaal werkt, bijvoorbeeld voor mensen met HIV, auto-immuun ziektes en kanker.
Cannabis wordt al duizenden jaren ingezet voor gezondheid en voedingsdoeleinden. Veel oude beschavingen – van de Chinezen tot de Grieken – beschreven de heilzame werking van cannabis in hun boeken. Toen vroeg nog niemand zich af hoe of waarom cannabis pijn kan bestrijden en het de geest kalmeert. Het was een behulpzame plant – dat was het enige dat van belang was.
En dan kijken we nu naar de 21e eeuw. Wetenschappers proberen niet alleen de moleculaire samenstelling van cannabis te begrijpen, maar ook hoe deze een wisselwerking aangaat met het complexe web van biologische systemen in ons lichaam. Ondanks veel bijzondere ontdekkingen weten we nog steeds relatief weinig, vooral als het gaat om de wisselwerking tussen cannabis en ons immuunsysteem.
Sommige studies suggereren dat cannabinoïden zoals THC en CBD immunosuppressivum zijn. Wat kan verklaren waarom cannabisgebruikers met een auto-immuunziekte of chronische ontsteking, verlichting ervaren van de symptomen. Andere studies hebben aangetoond dat regelmatig cannabisgebruik het aantal witte bloedcellen bij immunodeficiëntiestoornissen zoals HIV kan verhogen, wat een immuun verhogend effect suggereert.
Het wordt nog gecompliceerder als we bedenken dat de effecten van cannabis voornamelijk worden beïnvloed door het endocannabinoïden-systeem (ECS), waarvan wetenschappers denken dat het samenwerkt met de biologische activiteit binnen het lichaam, inclusief ons immuunsysteem.
We worden voortdurend blootgesteld aan besmettelijke ziekten, bacteriën en (corona)virussen. Stuk voor stuk met de intentie een soort van ravage in ons lichaam aan te richten. Zonder enige ingebouwde verdediging hiertegen, zouden we het leven op deze planeet slechts zo’n vijf minuten volhouden. Gelukkig hebben we een immuunsysteem: het complexe netwerk van cellen, weefsels en organen dat met militaire precisie overuren draait om ons gezond te houden.
Een belangrijke speler in het arsenaal van het immuunsysteem zijn de witte bloedcellen of leukocyten, die ongewenste bezoekers opsporen en vernietigen. Leukocyten kunnen worden verdeeld in twee groepen: 1) lymfocyten (B-cellen en T-cellen) die antigenen vernietigen en het lichaam helpen om eerdere aanvallers te herinneren; en 2) fagocyten die nieuwe indringers absorberen en neutraliseren.
Velen van ons zijn bekend met T-cellen vanwege hun relatie met het HIV-virus, waardoor ze worden vernietigd; dit is wat HIV- patiënten kwetsbaar maakt voor normaliter onschuldige infecties.
Ons immuunsysteem speelt ook een sleutelrol bij het opsporen van slecht functionerende cellen in ons lichaam en zorgt er door het proces van apoptose (celdood) voor dat deze cellen niet blijven groeien en tumoren worden. Het doden van cellen is een cruciaal element van een gezond functionerend immuunsysteem, dat een belangrijke balans tussen celgroei en celdood handhaaft. Als er bijvoorbeeld te veel celdood is, kunnen auto-immuunziekten het gevolg zijn, terwijl te weinig celdood juist weer de perfecte omgeving voor kanker kan creëren.
Een optimale immuunfunctie houdt een complexe balans in die berust op constante communicatie tussen onze immuuncellen, weefsels en organen. Met de ontdekking van het endocannabinoïden-systeem (ECS) in de jaren ’90, hebben wetenschappers een ander belangrijk stuk van de puzzel opgelost.
Het endocannabinoïden-systeem bestaat uit twee G-eiwit-gekoppelde receptoren (CB1 en CB2), moleculen die bekend staan als endocannabinoïden, plus de eiwitten die onze endocannabinoïden vervoeren en de enzymen die ze in het lichaam afbreken. Het ECS is een homeostatische regulator die voortdurend bezig is om een toestand van biologisch evenwicht te handhaven.
Het ECS reguleert een overvloed aan fysiologische processen, waaronder de immuun functie en ontstekingsreacties. Hoewel er tussen de 10-100 keer meer CB2- receptoren zijn dan CB1, zijn zowel CB1- als CB2- receptoren te vinden op de immuuncellen. Endocannabinoïden werken rechtstreeks op immuuncellen via de CB2-receptor.
CB2-receptor activering zorgt voor een ontstekingsremmend effect en is daarom een therapeutisch doelwit voor auto-immuunziekten en neurodegeneratieve ziektes. Er wordt echter verondersteld dat elke ECS-immuun onderdrukkende werking van voorbijgaande aard is, en indien nodig bij een infectie, kan worden hersteld.
Wetenschappers weten dat cannabinoïden zoals tetrahydrocannabinol (THC) en cannabidiol (CBD) onze gezondheid beïnvloeden door op verschillende manieren interactie te hebben met het ECS. Het is dus logisch dat het nuttigen van medicinale cannabis ook rechtstreeks van invloed is op ons immuunsysteem. Onderzoekers hebben echter nog steeds moeite om precies te begrijpen hoe het werkt.
Wanneer we over cannabis praten, praten we eigenlijk over meer dan 400 verschillende moleculen. Deze omvatten de vaker bestudeerde cannabinoïden zoals THC en CBD, meer dan 100 andere cannabinoïden, tientallen terpenen en een groot aantal flavonoïden, waarvan de combinatie varieert, afhankelijk van de cannabissoort.
Het meeste onderzoek is gericht op de individuele cannabinoïden en dan met name THC en CBD. THC is vaak de focus geweest van het grootste deel van de wetenschappelijke onderzoeken, omdat THC zich bindt aan de CB2-receptor en deze activeert, wat een ontstekingsremmend effect heeft. Dit suggereert dat THC immunosuppressivum is. Hierdoor wordt THC geacht veelbelovend te zijn voor auto-immuunziekten, zoals Crohn en Multiple Sclerose. CBD wordt, ondanks weinig bindingsaffiniteit met cannabinoïde-receptoren, ook als immunosuppressivum beschouwd.
Maar dit is slechts een deel van het verhaal. Een nieuwe golf van onderzoeken en anekdotische bewijsmateriaal wijst op cannabinoïden met een adaptief en activerend effect op het immuunsysteem, in plaats van alleen maar te onderdrukken.
Medicinale cannabis is inmiddels een gevestigde palliatieve behandeling voor HIV dankzij het vermogen van de plant om angst te verminderen, de eetlust te verbeteren en pijn te verlichten. Maar recent onderzoek gaat nog dieper in op de rol van THC, wat suggereert dat het immuunsysteem wordt versterkt, wat mogelijk de levenskwaliteit van de patiënt verbetert.
Aanvankelijk had preklinisch onderzoek de mening bevestigd dat THC-immunosuppressivum was bij HIV, de virale last toenam en de ziekte verergerde. Meer recent onderzoek heeft echter immuun stimulerende effecten laten zien.
Een studie uit 2011, uitgevoerd door Lousiana State University-wetenschappers, onthulde verbazingwekkende resultaten toen apen gedurende 28 dagen voorafgaand aan de SIV-infectie (de simiaan-versie van het virus), THC kregen toegediend. De THC leek een soort beschermend effect te hebben, het leven van de apen te verlengen en de virale last te verminderen.
Aanvullend onderzoek in 2014 uitgevoerd door hetzelfde team, bracht deze bevindingen een stap verder. Deze keer werd de apen THC toegediend gedurende een periode van zeventien maanden vóór de SIV- infectie. Niet alleen was er een toename van T-cellen en een vermindering van de virale last te zien, maar leek de THC de apen te hebben beschermd tegen de darmbeschadiging die vaak door het virus werd veroorzaakt.
Deze opwindende resultaten zijn ook gerepliceerd in mensen. In een studie uitgevoerd door onderzoekers van universiteiten uit Virginia en Florida, werden CD4- en CD8-aantallen witte bloedcellen vergeleken bij een steekproef met 95 HIV- patiënten, van wie sommigen chronische cannabisgebruikers waren. Wetenschappers ontdekten dat beide typen infecties bij patiënten die cannabis gebruikten, beter bestreden werden, wat suggereert dat hun immuunsysteem door de plant wordt versterkt.
Kanker zal op een bepaald moment in het leven een op de twee mensen treffen. Er is niet duidelijk waarom de een wel en de ander niet getroffen wordt door deze aandoening. Wel lijkt het erop dat de meeste vormen van kanker op dezelfde wijze ontstaan.
Ons immuunsysteem is in staat om slechte cellen te herkennen en door mechanismen zoals apoptose, eventuele tumoren te elimineren. Helaas kunnen kankercellen ons immuunsysteem ook te slim af zijn door dat als het ware in hun voordeel te laten werken.
Esther Martinez, een cannabinoïden onderzoeker aan de Complutense Universiteit in Madrid, beschrijft een soort van samenwerking tussen kankercellen en het immuunsysteem:
“Wanneer de tumor met de immuuncellen samenwerkt keert het signaal om. Het is alsof de kankercellen zeggen: ‘Hier zijn we en we willen dat je voor ons werkt’. En in plaats van de tumor aan te vallen geeft het pro-overlevingssignalen, zodat het immuunsysteem rondom de kanker een verandering doormaakt. De tumoren hebben dus de capaciteit om het immuunsysteem uit te schakelen.”
Met het ongewapende immuunsysteem groeien kankercellen ongecontroleerd. Tot voor kort waren de enige goedgekeurde antikankerbehandelingen zoals chemotherapie, degene die niet alleen de kankercellen vernietigen, maar ook de snelgroeiende gezonde cellen.
Het is dan ook geen verrassing dat er enorm enthousiasme is over de antitumorale eigenschappen van de cannabisplant, met name THC en CBD. In feite waren het Esther’s collega’s aan de Complutense Universiteit, Manuel Guzman en Cristina Sanchez, die de weg vrijmaakten in het onderzoeken van de kankerverdodingseffecten van cannabinoïden, voornamelijk door het doden van de slechte cellen.
Onzekerheid over de interactie tussen cannabinoïden en het immuunsysteem roept twijfels op over het gebruik van medicinale cannabis tijdens immunotherapie. Immunotherapie hertraint de witte bloedcellen om kanker in het lichaam te detecteren en te doden. Tot dusverre is er echter maar één onderzoek geweest naar de manier waarop cannabinoïden dit proces kunnen beïnvloeden – en de resultaten waren problematisch.
Uitgevoerd in het Rambam Medical Center in Haifa, Israël, reageerden patiënten die medicinale cannabis gebruikten naast het geneesmiddel tegen immuuntherapie (Nivolumab) 50% minder op de behandeling, in vergelijking met de mensen die enkel de immunotherapie kregen. Merkwaardig genoeg reageerden proefpersonen die THC-rijke medicinale cannabis kregen beter op immunotherapie dan degenen die mediwiet kregen van een strain met een laag THC-gehalte. Er werd geen significante verandering in de totale overlevingskansen van patiënten opgemerkt.
Er zijn ook anekdotische rapporten van Californische kankerpatiënten die beweren dat ze, onder toezicht van een arts, baat hebben gehad bij het combineren van de immunotherapie met een laag gedoseerd, CBD- rijk cannabisolieschema. Bovendien suggereert een klein maar groeiend aantal preklinische gegevens dat het combineren van CBD en THC met conventionele chemotherapie en bestraling een krachtig synergetisch effect zou kunnen hebben als behandeling tegen kanker. Maar deze bevindingen zijn niet herhaald in proeven bij mensen.
Ondanks een gebrek aan duidelijkheid over cannabinoïden en immunotherapie suggereert het merendeel van de wetenschappelijke gegevens dat het tijd is om het verouderde en misleidende immunosuppressieve label te laten varen en het idee te omhelzen dat cannabinoïden een geneeskrachtige invloed hebben op kanker…