(advertenties)
(advertentie)

Cannabis calyx: de anatomie van een wiettop

29 mei 2017
Kweken
De vrouwelijke wietplant ontwikkelt tijdens de bloei geurende bloemtoppen, vol met glinsterende trichomen. Die harsklieren met hun werkzame stoffen komen het meest voor op de calyxen van cannabis, die uitermate belangrijk zijn voor de voortplanting én de geneeskracht van de plant.

Calyxen

De calyx is het eerste deel van de bloemvorming op de wietplant. Het zijn feitelijk zaadhulsjes, die in de oksels en aan de uiteinden van de takken verschijnen wanneer de plant in bloei gaat. Alle bloeiende planten hebben calyxen, maar vooral bij de vrouwelijke wietplanten zijn het graag geziene delen.

Calyxen zijn de bolletjes waaruit een wiettop bestaat. [Foto: shutterstock/Jan Faukner]

Bouwsteen

Als het goed is ontwikkelen vrouwelijke wietplanten namelijk meerdere zaadhulsjes, die samen een mooie bloem (wiettop) vormen. Die calyxen zijn erg belangrijk want ze huizen de belangrijkste delen van de wietplant, namelijk de:

De calyx huist de belangrijkste onderdelen van de wietplant, waaronder de harsklieren: trichomen. [Foto: shutterstock/Canna Obscura]

  • Stampers (bloeiharen) – voortplantingsorgaan
  • Trichomen – harsklieren die cannabinoïden, waaronder THC en CBD, aanmaken.

Deze calyxen met stampers zijn bij elkaar als bloemtop het deel van de plant waarop de cannabinoïden, de geneeskrachtige stoffen in cannabis, het meest voorkomen. Deze bloemen worden geoogst en het meest verkocht in de commerciële sector als (wiet-)toppen. Dit betekent overigens niet dat andere delen van de plant geen nut hebben. Zo kun je nog van alles maken met de takken en stam, wortels of bladeren van de wietplant.

Uit de vrouwelijke calyx groeien meestal twee bloeiharen

Geslacht

Zodra wietplanten in de bloei gaan worden calyxen goed zichtbaar én van belang voor het bepalen van het geslacht van een plant. De eerste tekenen van de bloei zijn immers het ontwikkelen van een calyx met lange witte bloeiharen, indien het een vrouwelijke wietplant is. Mannelijke wietplanten ontwikkelen namelijk kleine zaadzakjes aan een steeltje. Daar komt dan weer stuifmeel uit, waarmee een vrouwelijke wietplant bestoven kan worden.

Als de vrouwelijke bloeiharen door mannelijk stuifmeel wordt bevrucht, groeien er wietzaden in de calyxen onderaan de bevruchtte bloeiharen. [Foto: shutterstock/Canna Obscura]

Als de bloeiharen van een vrouwelijke wietplant worden bestoven en bevrucht door het stuifmeel van de mannelijke wietplant, groeien onderaan de calyxen van de bestoven bloeiharen wietzaden. Die worden vervolgens zichtbaar op het moment dat ze uitgegroeid zijn en de calyx openscheurt.

Het voorkomen van zaden in een wiettop doet de kwaliteit van de cannabis overigens geen goed. Wanneer de plant namelijk energie besteedt aan het ontwikkelen van een zaadje, gaat dat ten koste van de energie die naar het aanzwellen van de toppen zou moeten gaan.

Er wordt daarom aangeraden mannelijke planten zo snel en zorgvuldig mogelijk te scheiden van vrouwelijke planten, als ze samen in een kweekruimte staan. Tenzij het je doel is om zaad te veredelen natuurlijk, maar dat is weer een vak apart.

Calyx-tot-blad ratio

Tussen de calyxen van de wiettop groeien ook suikerbladeren, eenvingerige wietbladeren die door hun positie in de wiettop ook worden bedekt met trichomen. Wie niet van het trimmen van wiettoppen houdt, zou er goed aan doen een wietsoort uit te zoeken met een gunstig calyx-tot-blad ratio. Hoe minder suikerbladeren aan een wiettop, hoe minder knipwerk er is.

Deze verhouding heeft overigens geen invloed op de potentie van de wietsoort, omdat ook op de suikerbladeren – met cannabinoïden beladen – trichomen zitten. Deze suikerbladeren worden daarom na het trimmen veel gebruikt om wietolie, edibles of een hasj-concentraat mee te maken. Gooi knipafval dus nooit weg, maar gebruik deze resten en benut alle geneeskracht die de plant voor je aanmaakt.

[Openingsfoto: shutterstock/Yarygin]