30% meer opbrengst door wietplanten te snoeien?
Plantentraining: 30% meer wiet oogsten (ten opzichte van ongetrainde wietplanten) door de juiste bladeren op het juiste moment te snoeien.
Wie zijn eigen medicinale cannabis kweekt, die weet precies wat ie rookt, druppelt of dampt, én is bovendien veel goedkoper uit. Maar omdat niet iedere patiënt weet waar die moet beginnen, schreven we deze kweekcursus waarvan dit alweer het slotstuk is. Het gaat over ongediertebestrijding; iets waar iedere binnentuin vroeg of laat mee te maken krijgt.
Uiteraard herhalen we eerst weer even waar de voorgaande hoofdstukken uit deze beginnerscursus binnen wiet kweken over gingen, en waar je ze kunt vinden. Daarna gaan we verder met het slotstok over ongedierte, iets waar iedere binnenkweker een keer mee te maken krijgt.
Ongedierte is eigenlijk de voornaamste reden waarom je als patiënt je eigen medicinale cannabis zou moeten kweken. Iedere binnenkweker krijgt er namelijk weleens mee te maken, en dus worden op cannabisplanten ook wel bestrijdingsmiddelen gespoten.
Uit onderzoek van het RIVM uit 2017 bleek dat veel Nederlandse cannabis bestrijdingsmiddelen bevatten. Maar liefst 23 van 25 samples welteverstaan. Het ging weliswaar om kleine hoeveelheden, maar zeker als je cannabis medicinaal gebruikt kun je dat er niet bij hebben. Door het zelf te kweken weet je zeker dat je medicinale wiet schoon is en vrij van pesticiden.
Wanneer het op ongedierte aankomt, maakt het nogal wat uit of je buiten of binnen wiet kweekt. Je zal waarschijnlijk denken dat je buiten veel meer last van ongedierte hebt dan binnen, maar dat is niet het geval. Hoewel wietplanten buiten namelijk dagelijks door een veelheid aan insecten worden bezocht, heerst er daar een zogenaamd natuurlijk evenwicht. Schadelijke beestjes hebben buiten natuurlijke vijanden, en moeten bovendien de weersinvloeden zien te overleven. Hierdoor groeien insecten buiten haast nooit uit tot een plaag.
Bij wietplanten buiten zijn insecten niet te voorkomen. Maar goed, dit artikel gaat over binnen kweken, en binnen is de situatie helemaal anders. In een afgesloten kweekkast of -tent staan wietplanten bij een zacht briesje in een warm en soms vochtig klimaat, zonder natuurlijke vijanden zoals vogels of andere insecten. Binnen zijn als het goed is geen insecten maar zodra er een paar binnen weten te komen, kunnen die zich vaak wel ongestoord voortplanten. Hierdoor kunnen beestjes binnen juist heel snel tot een plaag uitgroeien.
Ongedierte kun je bij cannabisplanten altijd beter voorkomen dan genezen, vooral wanneer je binnen wiet kweekt. Voorkomen voorkomt namelijk een hoop ellende, en soms een plaag die zelfs na de oogst terugkeert. Helemaal tijdens de bloeifase is het belangrijk om geen ongedierte in je kweekruimte toe te laten, omdat bestrijdingsmiddelen dan ook op de toppen terecht kunnen komen.
Ongedierte voorkomen betekent ook bewust kiezen voor een bepaalde manier van kweken. In deel #5 van deze serie leerden we al dat de kans op ongedierte groter is als je op aarde kweekt, in vergelijking tot een hydrokweek. Gebruik je geen medium (DWC kweken) dan is er nog minder plek waar beestjes zich kunnen verstoppen, want ongedierte houdt zich vaak schuil in de aarde. Vaak zitten er ook al beetjes, larven of insecteneitjes in de aarde als je die bij het tuincentrum koopt. Hydrokweken verkleint dus de kans op ongedierte ten opzichte van aarde maar er is meer dat je kunt doen.
Een HEPA-filter op de INLAAT van je kweekruimte houdt de meeste insecten bijvoorbeeld tegen. Een eenvoudig filterdoek voor wasemkappen zoals te koop is bij Action is een van de meest eenvoudige inlaatfilters die je kunt gebruiken, al is een HEPA-filter beter. Zo’n filter houdt vliegende insecten tegen.
Insecten komen zogezegd ook vaak je kweekruimte in via de aarde. Slechte aarde of aarde die bijvoorbeeld te lang bij het tuincentrum in het schap heeft gelegen, bevat vaak al ongedierte of eitjes van insecten. Kies daarom voor biologische cannabis aarde van goede kwaliteit. Door hier nuttige bacteriën en trichoderma-schimmels aan toe te voegen bescherm je de wortels, en verhoog je de weerstand.
Gebruik op aarde vervolgens ook biologische plantenvoeding, zodat je het toegevoegde bodemleven in stand houdt. Ter aanvulling kun je hierbij ook preventief aaltjes (nematoden) inzetten. Zulke aaltjes geef je mee met het water en gaan in de aarde op zoek naar larven om op te eten. Ze hebben geen nadelen voor je wietplanten. Andere preventieve middelen die je bij een biologische kweek kunt inzetten zijn Rogis knoflookextract en vangstrips.
Houd je kweekruimte verder schoon en overzichtelijk, en ruim dood materiaal zoals bladeren of aarderesten meteen op. Laat geen huisdieren bij je wietplanten, en ga zelf ook niet direct van het bos of je tuin naar je kweektent. Insecten of eitjes daarvan kunnen namelijk meeliften in haar of je kleding.
Controleer dagelijks of je beestjes op je wietplanten ziet. Kijk ook goed aan de ónderkant van de bladeren!
Spint klimt altijd naar het hoogste punt, in de video hierboven zie je hoe je daar gebruik van kunt maken bij de bestrijding met Rogis Garlic (knoflook-extract).
Heb je onverhoopt toch last van ongedierte zoals spint of trips, witte vlieg of bladluizen, dan zul je ze moeten bestrijden. Je kunt hiervoor naar chemische of biologische bestrijdingsmiddelen grijpen, maar vaak zijn er ook onschuldiger manieren. Zeker als je er snel bij bent is het aan te raden om daarmee te beginnen, alleen dan moet je wel weten waar je precies last van hebt, en een goede diagnose van het probleem stellen. Kom je er niet uit, maak dan foto’s en vraag het in een van de vele kwekers-facebookgroepen of op ons eigen mediwietforum.
Plagen als spint, trips en luizen kunnen je oogst behoorlijk verpesten en dienen hoe dan ook aangepakt te worden. De meeste kwekers zullen het er wel mee eens zijn dat de biologische middelen veiliger voor de wiet zijn. Grijp dus niet naar chemische middelen. Natuurlijke vijanden zoals de roofmijt en de roofwants zijn veel veiliger, en vaak net zo effectief.
Wanneer je er een goede hygiënische standaard op nahoudt en dit combineert met een dagelijkse inspectie van de onderkant van de bladeren en af en toe een milde preventieve behandeling, zul je de meeste insecten uit je kweekruimte kunnen houden. De dagelijkse inspecties zullen er bovendien voor zorgen dat je veel andere mogelijke problemen zoals een voedingstekort of een pH-probleem in de kiem kunt smoren.