Vijf kweekfactoren voor gezonde wietplanten en een goede oogst
Regel de vijf belangrijkste kweekfactoren goed, en creëer de perfecte omstandigheden voor cannabisplanten. Gewoon, in een kweekkast thuis.
In de bloeifase produceert een vrouwelijke wietplant haar bloemen, oftewel mediwiet. Logisch dus dat deze periode voor kwekers enorm belangrijk is. Maar wanneer is een wietplant eigenlijk klaar voor de bloei? Wat gebeurt er dan allemaal, en hoe hoort zo’n bloeifase eigenlijk te verlopen?
Afgezien van zogenaamde autoflower wietsoorten, bloeien wietplanten niet vanzelf wanneer ze er klaar voor zijn. De bloei wordt opgewekt door het aantal dagelijkse lichturen. Krijgt een wietplant per dag 14 uur licht, of minder, dan zal ze daardoor overgaan tot de bloei. Wanneer je je wietplant dus wil laten bloeien, kun je dat als binnenkweker helemaal zelf bepalen door het aantal lichturen naar 14 uur of minder (doorgaans 12 uur) te verkorten.
Je kunt een wietplant meteen in bloei laten gaan, maar het valt aan te raden om haar eerst vier tot vijf weken de tijd te geven om te groeien. Je kunt ook afgaan op het formaat van je planten en op de bloeifase overschakelen op het moment dat ze ongeveer half zo groot zijn als je ze aan het einde van de bloeifase wenst. Wietplanten worden met name in het begin van de bloeifase, namelijk nog zo’n twee keer zo groot als ze aan het einde van de groeifase waren.
Hoe lang de bloeifase precies duurt is afhankelijk van de soort, maar gemiddeld duurt de bloeiperiode van indica wietplanten tussen de 7 en 10 weken. Sativa dominante soorten doen er soms wat langer over dan 10 weken. Tijdens deze bloeiweken kun je ongeveer het volgende verloop verwachten.
Wanneer je met gefeminiseerd zaad of stekken kweekt zul je alleen maar vrouwelijke bloei, en dus toppen zien, maar er zijn nog meer bloeivormen mogelijk bij cannabisplanten. Een wietplant is namelijk tweehuizig en heeft dus mannelijke en vrouwelijke planten. Soms kunnen wietplanten echter ook éénhuizig zijn, bij zulke hermafrodieten groeien de mannelijke en vrouwelijke bloemen aan dezelfde plant.
Om zo groot mogelijke toppen te kunnen maken hebben wietplanten in de bloeifase een andere voedingsbehoefte dan in de groeifase. Bloeivoeding is daarom rijk aan Fosfor (P) en Kalium (K) en bevat naar verhouding minder stikstof (N).