Hardnekkige onzin over cannabis ‘ontmanteld’
Jarenlang werd er een hoop onzin over wiet verkondigd, die de wetenschap inmiddels allang heeft achterhaald. Tijd om deze onzinverhalen over cannabis te ontmantelen.
Cannabis verdampen, eten of roken kan leiden tot – wellicht ongewenste – eetbuien. Dan kun je een berg chips en repen chocolade wegwerken, maar dat is natuurlijk niet goed voor je lijf. Te veel suiker kan namelijk diabetes veroorzaken. Echter; het blijkt dat wiet ook een positieve uitwerking op je bloedsuiker kan hebben. Ontdek vijf voordelen van cannabis bij de behandeling en preventie van diabetes!
Diabetes wordt in verband gebracht met een lage insulinewaarde bij nuchterheid, insulineresistentie en een laag gehalte high density lipoproteïne-cholesterol (HDL-C). In 2013 werden in het American Journal of Medicine de resultaten van een vijf jaar durend onderzoek naar de effecten van cannabis op insuline bij nuchterheid en insulineresistentie gepubliceerd. Van de 4.657 ondervraagden hadden 2.554 mensen gedurende hun leven cannabis gebruikt, waarvan 579 mensen op dat moment gebruikten en 1.975 in het verleden gebruikt hadden. 2.103 ondervraagden hadden de drug nog nooit gebruikt.
De onderzoekers ontdekten dat de insulinewaarde bij nuchterheid bij huidige cannabisgebruikers 16% lager was dan bij ondervraagden die nog nooit cannabis hadden gebruikt. Daarnaast hadden de gebruikers 17% minder insulineresistentie en een hoger gehalte HDL-C. Ondervraagden die gedurende hun leven cannabis hadden gebruikt, maar op dat moment niet gebruikten, vertoonden een vergelijkbaar, maar minder duidelijk verband. Dit wijst erop dat het beschermende effect van cannabis in de loop der tijd afneemt.
De onderzoekers analyseerden ook gegevens waarbij de mensen met een diabetesdiagnose eruit waren gefilterd. Zelfs wanneer de diabetici uit de gegevens waren gefilterd, bleken huidige cannabisgebruikers een verminderde insulinewaarde bij vasten en een verminderde insulineresistentie te hebben, wat erop wijst dat cannabis zowel het optreden van diabetes kan helpen voorkomen als ook de symptomen kan reguleren bij mensen bij wie de ziekte is vastgesteld.
Insulineresistentie (IR) is een aandoening waarbij het normale mechanisme van insuline in de cellen niet werkt. Insuline is een hormoon dat door de alvleesklier wordt aangemaakt en zeer belangrijk is voor de regulering van het glucosemetabolisme. IR wordt met diabetes type 2 in verband gebracht. Bij diabetes type 1 kan het lichaam geen insuline aanmaken, terwijl bij type 2 de insulineproductie niet wordt aangetast, maar de cellen de insuline niet kunnen verwerken. Wanneer een cel insulineresistent wordt, kan hij de glucose die hem van energie voorziet, niet meer opnemen. Hierdoor neemt de hoeveelheid glucose in de bloedbaan toe, wat hyperglykemie tot gevolg heeft.
De auteurs van het onderzoek uit 2013 ontdekten dat huidige cannabisgebruikers een gemiddelde IR van 1,8 hadden, vergeleken met 2,2 bij mensen die in het verleden gebruikt hadden en 2,5 bij degenen die nooit cannabis hadden gebruikt. Huidige cannabisgebruikers bleken ook een lagere bloedsuikerspiegel te hebben vergeleken met mensen die in het verleden hadden gebruikt en mensen die nooit hadden gebruikt. De gemiddelde bloedsuikerspiegel van de huidige cannabisgebruikers was 99,7 mg/dl, vergeleken met 100,6 mg/dl bij mensen die in het verleden hadden gebruikt en 103,5 mg/dl bij mensen die nooit hadden gebruikt. Men heeft tot nu toe echter nog niet vastgesteld op welke manier cannabinoïden precies invloed op IR uitoefenen.
Zwaarlijvigheid, een hoge body mass index (BMI) en een grote tailleomvang worden alle drie met het risico op diabetes in verband gebracht. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het verband tussen cannabisgebruik en de BMI, waaruit tegenstrijdige resultaten naar voren zijn gekomen. Uit een onderzoek uit 2005 onder jongvolwassenen bleek geen verband tussen cannabisgebruik en een verandering in de BMI, terwijl in twee grote nationale onderzoeken bij cannabisgebruikers een lagere BMI en minder zwaarlijvigheid werd aangetroffen, ondanks het feit dat hun dagelijkse calorie-inname hoger dan gemiddeld was. Uit het onderzoek uit 2013 bleek dat huidige cannabisgebruikers een kleinere tailleomvang hadden dan mensen die in het verleden hadden gebruikt of mensen die nooit hadden gebruikt.
Hoewel men nog niet volledig heeft vastgesteld welk mechanisme schuilgaat achter het ingewikkelde verband tussen het endocannabinoïdesysteem, zwaarlijvigheid en diabetes, werd in een onderzoek uit 2012 aangetoond dat zwaarlijvige ratten na blootstelling aan een biologisch cannabisextract aanzienlijk afvielen en dat het gewicht van hun alvleesklier toenam. De toename in het gewicht van de alvleesklier is een aanwijzing dat de bètacellen in de alvleesklier, die de insuline produceren, door de aanwezigheid van cannabinoïden worden beschermd. Bij diabetes type 1 worden de bètacellen door een auto-immuunreactie vernietigd, dus door ze te beschermen kan de ziekte wellicht onder controle gehouden worden.
Mensen met diabetes krijgen door hun ziekte vaak zenuwstoornissen. Een zenuwbeschadiging tast vaak de periferie aan, bijvoorbeeld de handen en voeten, maar kan in elk orgaan of elk deel van het lichaam voorkomen. Het kan zijn dat de beschadiging geen symptomen geeft, maar in veel gevallen gaat de stoornis gepaard met pijn, tintelingen en gevoelloosheid. Zoals bij zoveel vormen van zenuwpijn kan het moeilijk zijn diabetische neuropathie met conventionele pijnstillers te behandelen. Er zijn echter aanwijzingen dat cannabis ook hierbij een rol kan spelen.
In een onderzoek uit 2009 werden de antinociceptieve (pijnverminderende) effecten van een cannabidiolextract op door diabetes veroorzaakte neuropathie bij ratten onderzocht. De auteurs ontdekten dat herhaaldelijke toediening van een CBD-extract mechanische allodynia (een pijnreactie op een niet-pijnlijke prikkel) ‘aanzienlijk verlichtte’ en de normale waarneming van pijn herstelde zonder hyperglykemie te veroorzaken. De behandeling bleek ook de lever te beschermen tegen oxidatieve stress, waarvan men denkt dat het in belangrijke mate bijdraagt aan het ontstaan van neuropathie, en de mate van zenuwgroei op een normaal niveau te brengen.
Onderzoeken bij mensen hebben tot nu toe echter veel minder positieve resultaten opgeleverd. In 2009 werd in een gerandomiseerd vergelijkend onderzoek ook gekeken naar het vermogen van de Sativex-spray van GW Pharmaceuticals om de symptomen van door diabetes veroorzaakte perifere neuropathie te verlichten. 30 proefpersonen kregen Sativex of een placebo toegediend. Over het geheel genomen verbeterde de pijnscore aanzienlijk, maar het effect van Sativex bleek niet duidelijk groter dan dat van de placebo.
80% van de diabetespatiënten die de ziekte langer dan tien jaar hebben, krijgt een complicatie die diabetische retinopathie (DRP) wordt genoemd. Hierbij raken de cellen van het netvlies steeds meer beschadigd. Deze aandoening is jaarlijks verantwoordelijk voor ongeveer 12% van de nieuwe gevallen van blindheid in de VS.
DRP wordt in verband gebracht met door glucose veroorzaakte afbraak van de bloed-retinabarrière, een netwerk van dicht opeengepakte cellen dat voorkomt dat ongewenste stoffen uit het bloed in het netvliesweefsel komen. Door deze afbraak wordt zenuwweefsel aan zenuwgif blootgesteld en wordt de kans op bloedingen in het netvlies groter.
Men denkt dat de pro-inflammatoire immuunrespons en oxidatieve stress een belangrijke rol spelen bij de afbraak van netvliescellen. Er zijn aanwijzingen dat cannabidiol kan helpen bij de behandeling van de aandoening, omdat bekend is dat het zowel oxidatieve stress als ontsteking tegengaat. In een onderzoek uit 2006 dat in het American Journal of Pathologywerd gepubliceerd, kregen ratten met diabetes CBD toegediend en werden ze getest om de snelheid van de celsterfte in het netvlies vast te stellen. Men toonde aan dat behandeling met CBD de oxidatieve stress en neurotoxiciteit aanzienlijk verminderde, waaronder de hoeveelheid tumornecrosefactor α, een stof waarvan bekend is dat hij betrokken is bij de ontstekingsreactie, en dat de behandeling bescherming tegen celsterfte in het netvlies en de afbraak van de bloed-retinabarrière bood.