(advertenties)
(advertentie)
Epilepsie behoort tot een groep van aandoeningen die wordt gekenmerkt door steeds terugkerende aanvallen met of zonder stuiptrekkingen. Therapieën met cannabis en op basis van cannabis hebben een bewezen gunstig effect op verschillende soorten epilepsie via diverse biologische mechanismen.

Het gaat stuiptrekkingen tegen

Maar een minderheid van mensen met epilepsie heeft last van aanvallen die echt moeilijk te beheersen zijn

Maar een minderheid van mensen met epilepsie heeft last van aanvallen die echt moeilijk te beheersen zijn

Circa 60% van alle epileptische aanvallen gaat gepaard met stuiptrekkingen: snelle, onwillekeurige samentrekkingen van de spieren die het hele lichaam onbeheersbaar laten schudden en schokken. Het meest voorkomende type is de tonisch-klonische aanval waarbij het onbeheersbaar schudden begint na een korte periode van niet kunnen bewegen. Overactieve zenuwcellen in de hersenen veroorzaken de epileptische aanvallen, zowel die met als zonder stuiptrekkingen; bij hevige en aanhoudende aanvallen kan het hersenweefsel beschadigd raken – dit geldt met name voor jonge kinderen waarvan de hersenen nog steeds in ontwikkeling zijn. Het syndroom van Dravet is slechts één vorm van kinderepilepsie die neurologische schade kan veroorzaken.

De anti-epileptische eigenschappen van cannabis zijn al eeuwenlang, zo niet duizenden jaren bekend. De moderne wetenschap deed al in 1947 onderzoek naar de anti-epileptische eigenschappen van cannabinoïden. Eén van de oudste onderzoeken aan de universiteit van Sydney toonde in 1974 al aan, dat hoge doses Δ⁹-THC een anti-epileptisch effect hebben op muizen waarin aanvallen werden opgewekt onder invloed van chemische stoffen en elektrische schokken. Hierbij werd opgemerkt dat CBD het effect van Δ⁹-THC versterkte, hoewel de onderzoekers niet concludeerden dat CBD op zichzelf ook een effect had.

Sindsdien is echter in verschillende onderzoeken aangetoond dat CBD ook op zichzelf wel degelijk een opmerkelijke anti-epileptische werking vertoont, naast versterking van het effect van Δ⁹-THC. Een onderzoek uit 2001 toonde aan dat Δ⁹-THC en de synthetische Δ⁹-THC-analoog WIN 55,212-2 werkzaam zijn door agonisering van de CB₁-receptoren; CBD werkt via een ander mechanisme want het agoniseert niet de CB₁-receptor maar gedraagt zich daarentegen als een zwakke antagonist. Door zijn effect op de CB₁-receptoren van het centrale zenuwstelsel kan Δ⁹-THC in zeldzame gevallen zelfs stuiptrekkingen veroorzaken, terwijl CBD deze bijwerking niet lijkt te hebben vanwege het afwijkende werkingsmechanisme.

Het is nog steeds niet bekend welk mechanisme er nu in feite voor zorgt dat CBD stuiptrekkingen tegengaat, maar het blijkt bijzonder effectief bij het behandelen van verschillende soorten epilepsie waaronder het syndroom van Dravet bij jonge kinderen, en het wint snel aan populariteit als behandelmethode omdat het niet psychoactief is.

De temporale kwab (paars) speelt een grote rol bij ons langetermijngeheugen en het verwerken van geluid en beelden

De temporale kwab (paars) speelt een grote rol bij ons langetermijngeheugen en het verwerken van geluid en beelden

Neuroprotectieve effecten

Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar het endocannabinoïdesysteem en daarbij blijkt dat het een belangrijke invloed heeft op de duur en de frequentie van aanvallen – sommige onderzoekers zijn er zelfs van overtuigd dat epilepsie het gevolg kan zijn van een verstoorde balans van het endocannabinoïdesysteem (een aandoening die soms ook wel klinisch endocannabinoïdegebrek wordt genoemd), iets dat kan worden veroorzaakt door hersenletsel, infecties en genetische aanleg.

In 2008 publiceerde Nature een onderzoek waarin patiënten met temporaalkwab-epilepsie slecht werkende endocannabinoïde systemen leken te hebben. Zoals de naam al doet vermoeden, beïnvloedt temporaalkwab-epilepsie de temporale kwab van de hersenen en wekt het doorgaans aanvallen zonder stuiptrekkingen op met verstoring van de zintuiglijke waarneming (visueel, gehoor , reuk en zelfs smaak). In ernstige gevallen kan het ook tonisch-klonische aanvallen uitlokken.

De meest voorkomende oorzaak van aanvallen met of zonder stuiptrekkingen is overmatige prikkeling van zenuwcellen in de hersenen, waarbij het type epilepsie bepaalt welk gebied in de hersenen wordt aangetast. Bij gezonde patiënten spelen de endogene cannabinoïden anandamide en 2-AG een essentiële rol bij het reguleren van de mate van zenuwprikkeling en verlagen ze de kans op het ontstaan van een aanval. Daaruit volgt dat bij patiënten met een slecht werkend endocannabinoïdesysteem, cannabis en therapieën op basis van cannabis daadwerkelijk de oorzaak van de epilepsie kunnen bestrijden en een neuroprotectief effect leveren dat de ernst en de frequentie van de symptomen vermindert.

Status epilepticus

Bij extreem ernstige gevallen van epilepsie kan een toestand ontstaan die status epilepticus wordt genoemd. Status epilepticus gaat gepaard met aanvallen met of zonder stuiptrekkingen die elk meer dan vijf minuten aanhouden, of die zich vaker dan één keer per vijf minuten voordoen zonder tussendoor weer volledig bij bewustzijn te komen. Indien een patiënt geen directe medische zorg krijgt tijdens een episode van status epilepticus, kan de langdurige onderbreking van de normale hersenfuncties tot hersenschade leiden of zelfs de dood tot gevolg hebben. Wanneer er wel adequate medische zorg wordt geleverd, komen epilepsiepatiënten doorgaans zonder ernstige complicaties uit een episode van status epilepticus.

 Epilepsie wordt nog vaak behandeld met farmaceutische middelen als benzodiazepinen, die een hoop schadelijke bijwerkingen hebben...

Epilepsie wordt nog vaak behandeld met farmaceutische middelen als benzodiazepinen, die een hoop schadelijke bijwerkingen hebben…

De standaardbehandeling voor status epilepticus is met benzodiazepinen of barbituraten; beide medicijnen staan bekend om hun schadelijke bijwerkingen en zijn lang niet altijd effectief. Er is echter bewijs dat cannabinoïden – en dan met name CB₁-receptoragonisten als anandamide, Δ⁹-THC en het synthetische analoog WIN 55,212-2 – een betere bescherming bieden tegen status epilepticus. In 2006 publiceerde de Journal of Pharmacology een onderzoek waarbij WIN 55,212-2 in staat bleek om aanvallen volledig te onderdrukken, waaronder ook de langdurige episodes die gepaard gaan met status epilepticus. In dit onderzoek werd ook gevonden dat WIN 55,212-2 aanzienlijk beter presteert dan fenytoïne en fenobarbital bij het onderdrukken van status epilepticus.

Uit dit onderzoek en uit talloze vergelijkbare onderzoeken die de afgelopen tien jaar zijn gedaan, blijkt duidelijk dat agonisten van de CB₁-receptoren van essentieel belang zijn voor het bestrijden van epilepsieaanvallen en bij het voorkomen van status epilepticus, en dat bij epilepsiepatiënten een verstoorde balans van het endocannabinoïdesysteem de frequentie en de ernst van de aanvallen vergroot. Een rapport uit 2007 merkte op dat het toedienen van CB₁-receptorantagonisten aan epileptische zenuwcellen continue epileptische activiteit veroorzaakt, net zoals bij patiënten met status epilepticus. Na behandeling met CB₁-receptoragonisten stopte de overmatige activiteit. Toen daarentegen niet-epileptische zenuwcellen werden behandeld met CB₁-receptorantagonisten, trad de overmatige activiteit zoals bij status epilepticus niet op.

Het mag duidelijk zijn dat zowel Δ⁹-THC als CBD een belangrijke rol spelen bij het beheersen van epilepsieaanvallen. Het is echter niet volledig bekend welke mechanismen hierbij een rol spelen, en dat geldt met name voor CBD waarvan het effect onafhankelijk lijkt te zijn van de belangrijkste cannabinoïdereceptoren.

Dit artikel is geschreven door Seshata voor het weblog van Sensi Seeds

[Openingsfoto: shutterstock/Beatriz Gascon J]