Cannabis microdoseren (+5 tips) tegen depressies
In kleine hoeveelheden kan cannabis een groot effect hebben op neerslachtige gevoelens of depressiviteit. Ontdek de voor- en nadelen en lees onze 5 tips over cannabis microdoseren.
Er wordt eindelijk veel onderzoek gedaan naar de cannabisplant. Maar dat is niet altijd zo geweest. Sterker nog, het was lange tijd onmogelijk, strafbaar en controversieel. Desondanks is er een aantal baanbrekende studies uitgevoerd die van onschatbare waarde zijn voor de positie van mediwiet vandaag de dag. Deze belangrijke studies serveren we je in twee delen, vandaag het eerste.
We moeten enkele fundamentele studies enorm dankbaar zijn. Een aantal wetenschappers had namelijk het lef om tegen alle vooringenomenheid en misinformatie in te gaan die ruim 70 jaar heerste – de War on Drugs deed zijn werk zeg maar. Zij deden onderzoeken met als doel om de waarheid boven tafel te krijgen en niet om het stigma dat op cannabis zat te versterken. Hulde daarvoor.
De studies in dit artikel hebben grootse inzichten gegeven die de basis vormen voor waar cannabis en mediwiet vandaag de dag staan. En omdat dit voor iedere patiënt die baat heeft bij medicinale cannabis belangrijk is, eren wij ze hier op Mediwietesite in twee delen.
We beginnen deze lijst in India; een land met een hele rijke cannabisgeschiedenis. Toen het land in 1893 onder Britse heerschappij stond, maakte de koloniale regering zich echter zorgen over de hoeveelheid cannabis (dat toen ook wel ‘hennepdrugs’ werd genoemd) die de lokale bevolking consumeerde. Om polshoogte te nemen werden Britse en Indiase medische professionals door het hele land gestuurd om informatie te verzamelen over niet alleen de gezondheidseffecten van cannabis, maar ook de sociale en morele impact.
Het resultaat was een groots onderzoek dat meer dan 3000 pagina’s beslaat. Hierin zijn onder meer getuigenissen van bijna 1200 artsen, arbeiders, boeren, yogi’s, spirituelen, hoofden van instituten voor mensen met een geestelijke beperking, legerofficieren, handelaren en burgers ondervraagd.
Uit dit rapport kwamen twee belangrijke conclusies. Ten eerste dat matige cannabisconsumptie relatief onschadelijk is en zelfs heilzaam kan zijn. En men concludeerde dat een cannabisverbod hoogst onrechtvaardig zou zijn.
“Verbieden of zelfs ernstig beperken van het gebruik van zo een genadig kruid zoals hennep, zal een wijdverspreid lijden en ergernis veroorzaken”, aldus het rapport.
In de 40 jaren erna gold dit rapport als het meest grondige en het meest wetenschappelijke onderzoek naar cannabis. Daar kwam in 1937 een einde aan, toen er in de Verenigde Staten wetten gingen gelden die een nieuw tijdperk inluidde: het verbod op cannabis.
Het rapport werd uitgegeven als ‘The La Guardia Report’, en is met recht een mijlpaal-studie die de goedkeuring kon wegdragen van de prestigieuze New York Academy of Medicine.
“Marihuana verandert, net als alcohol, de basispersoonlijkheid niet”, concludeerden de auteurs van het rapport. “Marihuana is op zich niet de oorzaak van asociaal gedrag. Er zijn geen aanwijzingen dat het voortgezette gebruik van marihuana een springplank is naar het gebruik van opiaten. Langdurig gebruik van dit medicijn leidt niet tot fysieke, mentale of morele degeneratie, noch hebben we permanente schadelijke effecten waargenomen van het voortgezette gebruik ervan. Integendeel, marihuana en haar derivaten en verwante synthetica hebben potentieel waardevolle therapeutische toepassingen die toekomstig onderzoek waard zijn.”
Gelukkig zijn die toekomstige onderzoeken er uiteindelijk gekomen.
In 1964 heeft een team van Israëlische onderzoekers, onder leiding van Dr. Raphael Mechoulam, THC voor het eerst ontdekt, geïsoleerd en gesynthetiseerd. Zij verklaarden dat dit de belangrijkste psychoactieve stof is die in de cannabisplant is ontdekt; een doorbraak in ons collectieve begrip van mediwiet. Het leidde bovendien tot een reeks van doorbraken in het begrip hoe ons lichaam functioneert.
Want deze ontdekking leidde eind jaren ’80 tot de ontdekking van een geheel nieuw systeem in het lichaam – het endocannabinoïde-systeem ofwel ECS – dat kan worden gezien als een fundamenteel besturingssysteem. Het ECS is een soort manager die de werking van vele andere belangrijke systemen reguleert en daardoor zorgt voor balans.
MEER LEZEN: De cannabinoïden-brochure; complete werking van mediwiet uitgelegd
De grootste anti-cannabis president die de VS ooit had was Richard M. Nixon. Onder zijn leiding zijn vele wetten ingevoerd die het medicinale gebruik van cannabis aan banden legden. En in deze tijd werk cannabis ook op Lijst 1 verdovende middelen gezet; de lijst met daarop de meest schadelijke drugs die geen enkele medicinale waarde hebben.
Zijn beslissingen wilde Nixon het liefste wel wetenschappelijk onderbouwd hebben. Dus daarom stelde hij een team experts aan die twee jaar lang onderzoek mochten doen naar cannabis.
Toen het onderzoek was afgerond, kwamen zij met een reeks aanbevelingen. Die reeks begon met het advies om cannabis onmiddellijk uit het strafrecht te halen aangezien “noch de gebruiker van cannabis, noch het medicijn zelf een gevaar voor de openbare veiligheid kan vormen”.
“Strafrecht is een te hard middel om toe te passen op het bezit voor persoonlijk gebruik, zelfs in een poging om het gebruik te ontmoedigen… Het impliceert een overweldigende aanklacht tegen het gedrag waarvan wij denken dat het niet gepast is. De werkelijke en potentiële schade van het gebruik van dit middel is niet groot genoeg om inbreuk door het strafrecht te rechtvaardigen in privégedrag; een stap die onze samenleving alleen met de grootste terughoudendheid neemt.”
Het team staat bekend als de Shafer-commissie. Deze commissie wist maar al te goed dat hun bevindingen haaks staan op het beleid van de overheid, maar ze hoopten dat hun uitgebreide onderzoek een feitelijk debat zou aanwakkeren dat zou leiden tot hervormingen.
In plaats daarvan viel Nixon de commissie aan en negeerde alle aanbevelingen. Het jaar daarop zette hij de Drug Enforcement Administration (DEA) op; een overheidsorgaan dat een oorlog tegen drugs begon, en tegen cannabis in het bijzonder.
Dit is waarschijnlijk de eerste studie ooit die aantoonde dat cannabis over anti-tumorale eigenschappen beschikt. Ook deze studie was oorspronkelijk bedoeld om de gevaren van de cannabisplant aan te tonen. Met name de vermeende schadelijke effecten aan het immuunsysteem.
De studie werd gefinancierd door het National Institute on Drug Abuse (NIDA); een instituut tegen drugsmisbruik. Ook betaalde de American Cancer Society mee. Onderdeel van de studie was het inplanten van tumoren in muizen die daarna 10 dagen THC kregen toegediend. Waarschijnlijk om aan te tonen dat THC kanker sneller laat groeien. Maar het tegenovergestelde gebeurde.
Toen het onderzoek werd gepubliceerd in The Journal of the National Cancer Institute, bleek dat de tumorgrootte bij de muizen die 20 achtereenvolgende dagen THC en CBN kregen was afgenomen.
De auteurs van het onderzoek stonden te trappelen om deze opwindende ontwikkeling verder te onderzoeken, maar in plaats daarvan stopte NIDA de financiering en deed er alles aan wat mogelijk was om de uitkomsten in de doofpot te stoppen. Als gevolg hiervan heeft slechts een enkel krantenartikel, gepubliceerd op 18 augustus 1974 in het lokale gedeelte van de Washington Post, deze baanbrekende ontdekking behandeld.
Het heeft daarna nog bijna drie decennia geduurd voordat Dr. Manuel Guzman, hoogleraar biochemie aan de Universiteit van Madrid, de 1974-experimenten kon opvolgen. Met vergelijkbare resultaten overigens. In 2002 meldde tijdschrift Nature Medicine dat Guzman met cannabinoïden (zoals THC) tumoren bij kanker liet krimpen, zonder omliggend weefsel te beschadigen.
Dit waren de eerste vijf baanbrekende onderzoeken die wij eren omdat ze hebben bijgedragen aan ons begrip voor medicinale cannabis vandaag de dag.